Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Altijd zal de rouw niet duren
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Altijd zal de rouw niet duren Zending onder Israël | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Taal | Nederlands |
Periode | 19e eeuw |
Tekst | |
Dichter | Roelof Bennink Janssonius |
Muziek | |
Componist | Johannes Gijsbertus Bastiaans |
Liedbundels | |
Vervolgbundel Evang. Gezangen 247 |
Altijd zal de rouw niet duren is een lied op de zending onder de Joden geschreven door Roelof Bennink Janssonius en voor de Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen op muziek gezet door Johannes Gijsbertus Bastiaans.
Inhoud
Opname beluisteren
Tekst
Tekst uit de Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen (247):
1 Altijd zal de rouw niet duren!
Over ’t puin van Sions muren
Werpt de hoop een blijden schijn.
Bergen wanklen, heuvlen wijken,
Maar nooit zal Gods woord bezwijken,
Zijn verbond zal waarheid zijn.
2 Wischt de tranen uit uw oogen!
Jakobs ster rijst in den hoogen,
’t Licht van ’s Heeren heerlijkheid.
Kroost van Juda! zaagt g’ in ’t duister
Niet uw Heilands licht en luister?
Thans wordt u zijn heil bereid.
3 Volk, met d’ Eeuwige verbonden1
Wat de zieners u verkondden
Blinkt u eindlijk in ’t gezigt.
God deelt u zijn heil haast mede,
En een nieuw verbond van vrede
Wordt er weêr door Hem gesticht.
4 Weder knoopt God heilge banden,
Hij die duizend liefdepanden
Aan uw vaadren eertijds gaf;
Uw woestijn zal straks weêr bloeijen,
Sarons rozen zullen groeijen
Onder ’s Heeren herdersstaf.
5 D’ oude gaven keeren weder,
Davids psalm, nu stout, dan teeder,
Ruischt weêr als huw heilge vloed;
Abrahams geloofsvertrouwen,
Mozes’ deugden zult g’ aanschouwen
En Eliaas heldenmoed.
6 O, hoe zult gij vrolijk juichen,
Als g’ u voor uw Heer zult buigen,
Die de Heidnen heeft getroost,
En nu, ’t oude niet gedenkend,
Zegen en vergeving schenkend,
Nogmaals komt tot Abrams kroost!
7 Davids zoon en Davids Heere!
Geef dat onze ziel het leere,
Wat hier naar uw woord ons past:
Kunnen wij tot ’s levens stroomen,
Isrels kindren ooit doen komen,
Wij, als zij, met schuld belast?
8 Laat ons niet ons kwaad verbloemen;
Wij die reeds naar U ons noemen
Als uw geestlijk Israël,
Wij verzwaarden Isrels rouwe,
Wij vergaten uw trouwe:
O, vergeef, Immanuël!
9 Heiland! schenk ons uw genade!
Dat ons doen uw rijk niet schade,
Laat ons thans uw wil verstaan:
Neem Gij, na het lang weêrstreven,
Uwer Christnen liefd’ en leven
Tot de dienst van Juda aan.
10 Kom Gij, Heer! uw heil bereiden:
Allen, die nog zijn gescheiden,
Moeten haast één kudde zijn.
Breng aan Isrel uwen vrede,
Viere ’t onze feesten mede!
Amen, Amen, Heer! verschijn!
Ontstaan
Inhoud
Muziek
Zettingen
Bewerkingen om te zingen
Bewerkingen om te spelen
Muziekuitgaven
Hymnologische informatie
Culturele informatie
Literatuur
Externe links
Voetnoten
![]() |
Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren. |