Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
De lendenen omgord en brandende de lampen
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
De lendenen omgord en brandende de lampen Aan den ingang des jaars | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Taal | Nederlands |
Land | Nederland |
Periode | 19e eeuw |
Tekst | |
Dichter | Petrus Augustus de Génestet |
Muziek | |
Componist | Johannes Gijsbertus Bastiaans |
Liedbundels | |
Hervormde Bundel 1938 298 | |
Vervolgbundel Evang. Gezangen 254 | |
Geestelijke Liederenschat 1935 373 |
De lendenen omgord en brandende de lampen is een lied in de bundel Vervolgbundel op de evangelische gezangen uit 1869. De titel van het lied luidt Aan den ingang des jaars en is in deze bundel opgenomen als Gezang 254.
Tekst
Tekst uit de Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen (254):
1 „De lendenen omgord en brandende de lampen!”
Zóó roept het jaar u toe, nu g’ aan zijn ingang staat:
Weest vaardig en bereid tot werken, dienen, kampen,
Tot scheiden, als Gods ure slaat!
2 De lendenen omgord! schikt weg wat u zou hinderen
Om volgzaam, t’ aller uur, langs d’ ongewisse paân.
Als knechten in Gods dienst, neen! als geliefde kindren,
Den weg, dien Hij u wijst, te gaan!
3 Ons leven is een staâg verreizen en vertrekken:
Wij vinden vast verblijf noch rustplaats hier beneên;
Ons komt gedurig weêr de stem des Geestes wekken:
Op, maakt u vaardig en reist heen!
4 Op, uit uw woning naar het stroodak in de verte!
Der armen Heiland roept in guren winternacht:
Op, uit uw blij gezin naar ’t eenzaam huis der smarte:
Van wie daar weenen ’t leed verzacht!
5 Op, van de plek der rust in ’t kampperk van het leven!
Daalt willig, moet het zijn, ook van de plaats der eer!
Of, zoo Gods pad u leidt door donkr’ olijven-dreven,
Neemt op uw kruis en volgt uw Heer!
6 Gaat, waar uw God u roept en laat zijn wenk u leiden!
Omknelt uw staf en buigt uw schoudren onder ’t kruis!
Groet wie gij lief hebt, want u wegen zullen scheiden:
Bereidt uw hart, bereidt uw huis!
7 „Bereid zijn” klinkt de last: zoo neemt dan zaâm de vouwen
Van ’t hangende gewaad, dat ligt u struiklen doet;
Omgordt u met de kracht van ’t vol geloofsvertrouwen,
Met Christenliefd’ en Christenmoed!
8 Steekt uwe lampen aan! — ook zoo een zon van zegen
Uw levenspad bestraalt en in uw woning lacht;
Omgordt u! gij moet voort op d’ onbekende wegen!
De lampen aan! — straks komt de nacht!