Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
God heeft de mens geschapen
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
God heeft de mens geschapen Van Adam tweezijdig | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Titel | Van de pinksterbruid |
Taal | Nederlands |
Land | Nederland |
Periode | Omstreeks 1958 |
Tekst | |
Dichter | Willem Barnard |
Bijbelplaats | Genesis 2 |
Metrisch | 7-6-7-6 |
Muziek | |
Componist | Willem Vogel |
Solmisatie | 6-5-6-1-7-6-5 |
Gebruik | |
Kerkelijk jaar | Pinksteren |
Thema | Schepping Trouw en huwelijk |
Liedbundels | |
Liederen van het begin 8 | |
Verzamelde Liederen 65 | |
De tale Kanaäns 67 | |
In wind en vuur I-312 |
God heeft de mens geschapen is een liedtekst van Willem Barnard. De titels van het lied variëren, van Het lied van Eva, de pinksterbruid tot Van de Pinksterbruid tot Van Adam tweezijdig. De melodie is van Willem Vogel.
Inhoud
Opname beluisteren
Tekst
De tekst is auteursrechtelijk beschermd en kan daarom hier niet worden weergegeven.
Ontstaan
Barnard bestempelt dit lied als een 'schriftuurlijk lofgezang' over Genesis 2, passend bij de lezingen voor de zevende zondag na Pasen = de vijftigste dag = Pinksteren.
Inhoud
Het lied heeft veel wijzigingen ondergaan in de loop der tijd. De beginregels van de strofen zoals uiteindelijk in het verzameld werk In wind en vuur zijn opgenomen:
- 1. God heeft de mens geschapen
- 2. Toen heeft hij ons gescheiden
- 3. Zo wordt de mens volkomen
- 4 Nog neemt hij ons terzijde
- 4. Daarom zij God geprezen.
In de Amsterdamse nocturnen waren drie extra strofen in gebruik:
- A. Adam is heengezonden
- B. Eva, moeder van allen
- C. Maar nu gaan wij genezen.
De strofevolgorde was toen: 1,2,3, A,B,C,4,5
Muziek
Zettingen
Bewerkingen om te zingen
Bewerkingen om te spelen
Muziekuitgaven
Hymnologische informatie
Culturele informatie
Literatuur
- In wind en vuur - III, blz. 1061-1064.