Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
HEER, onze Heer, grootmachtig Opperwezen
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Heer, onze Heer, grootmachtig Opperwezen | ||
Vorm | Strofelied | |
Psalm 8 | ||
Schrijver | David (volgens opschrift) | |
Type | Lofpsalm | |
Latijnse titel | Domine, Dominus noster | |
Vulgaat | Psalm 8 | |
Berijming | Psalmberijming van 1773 | |
Liedbundels | ||
Psalmberijming van 1773 8 |
HEER, onze Heer, grootmachtig Opperwezen is een berijming van Psalm 8 in de Psalmberijming van 1773.
Opname beluisteren
Tekst
1. HEER, onze Heer, grootmachtig Opperwezen!
Hoe wordt Uw naam op aard' alom geprezen!
Gij, die den glans van Uwe majesteit
Hebt boven lucht en heem'len uitgebreid.
2. Uw mogendheid heeft sterkte willen gronden
Uit kind'ren, ja, uit zuigelingen monden;
Zo breekt Uw hand des vijands boos geweld,
Daar Gij zijn haat en wraakzucht palen stelt.
3. Sla ik naar 't ruim der held're hemelbogen,
Dat heerlijk werk van Uwe ving'ren, d' ogen;
Zie ik bedaard den glans der zilv'ren maan,
En 't sterrenheir, door U geschapen, aan.
4. Mijn God, wat is de mens dan op deez' aarde!
De broze mens, hoe klimt hij tot die waarde,
Dat Gij aan hem in zoveel gunst gedenkt;
En 's mensen zoon Uw teêrste liefde schenkt!
5. Gij deedt hem wel, een weinig tijds, beneden
Het eng'lenheir een rang en plaats bekleden;
Maar hebt hem ook Uw rijkste gunst betoond,
En hem met eer en heerlijkheid gekroond.
6. Gij geeft hem, wijd en zijd in alle landen,
De heerschappij der werken Uwer handen.
Ja, zet èn aard' en zee voor 's mensen zoon,
Door Uw gezag, ter voetbank van zijn troon.
7. Waar schapen zijn, of ossen in de weiden;
Waar enig vee op bergen zij of heiden;
Waar 't wild gediert' ook zwerv' in woud en veld:
Gij hebt het al in zijne macht gesteld.
8. Wat voog'len door den ruimen luchtkring zweven;
Wat vissen er in stroom en beken leven;
En wat de paân doorwandelt van de zee:
Zijn hoog bevel deelt hij aan allen mee.
9. HEER, onze Heer, grootmachtig Opperwezen!
Hoe billijk wordt Uw grote naam geprezen;
Hoe heerlijk rolt, uit aller vromen mond,
Die grote naam door 't ganse wereldrond!
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 |