Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Het water van de grote vloed
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Het water van de grote vloed Van de doop | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Taal | Nederlands |
Land | Nederland |
Periode | Omstreeks 1960 |
Tekst | |
Dichter | Willem Barnard |
Vertaler | Cor Waringa (Fr) Bernard Smilde (Fr) Jürgen Henkys (Du) Christa Reich (Du) |
Bijbelplaats | Genesis 7 Genesis 8 |
Metrisch | 8-8-8-8 |
Muziek | |
Componist | Willem Vogel (b) Thomas Tallis (c) Jan Pasveer (d) |
Melodie | Komm, Gott Schöpfer, Heiliger Geist (a) Tallis' canon (c/d1) |
Herkomst | Wittenberg 1533 (a) |
Solmisatie | 5-6-5-4-5-1-2-1 (a) 1-1-3-2-1-2-2-3 (b) 1-1-7-1-1-2-2-3 (c) 6-6-3-3-3-2-1-7 (d) |
Gebruik | |
Kerkelijk jaar | Paasnacht Doop van de Heer |
Thema | Doop |
Liedbundels | |
Liedboek 2013 350 (a) | |
Liedboek voor de kerken Gezang 337 (a) | |
Weerklank 310 (a) | |
Adem van het jaar P 176 (b) | |
Bavoliedboek 180 (c) | |
Filippus Liederenboek 43 (d) | |
Lieteboek 2013 350 (a) | |
Lieteboek foar de tsjerken 337 (a) | |
Verzamelde Liederen 247 | |
De tale Kanaäns 47 | |
Aan de hand van Moses 127 (b) | |
In wind en vuur I-67 (a); II-67 (b,c,d) |
Het water van de grote vloed is een lied over de Doop. De tekst is van Willem Barnard en er zijn meerdere melodieën bij deze tekst gepubliceerd.
Opname beluisteren
- Andere tekst, maar wel de melodie a:
- Henk Lemckert op Orgel Abdijkerk van Loosduinen C.F. in alt (liedboekzettingen.nl)
- Henk Lemckert op Orgel Abdijkerk van Loosduinen C.F. in tenor (liedboekzettingen.nl)
- Goylants Kamerkoor o.l.v. Cor Brandenburg; Richard Vos, orgel op https://www.liedboekcompendium.nl/lied/350-het-water-van-de-grote-vloed-3_3_2
Tekst
De tekst is auteursrechtelijk beschermd en kan hier niet volledig worden weergegeven.
Ontstaan
Barnard heeft dit lied voor de Paasnacht bedoeld, maar het kan ook als rijmformulier bij iedere doopbediening gezongen worden, en zeker ook op de zondag van de Doop van de Heer als het doopwater wordt gewijd.
Barnard noemt het Een Rozendaals dooplied (zie de zinspeling in de laatste regel!). Het leerdicht berijmt de beseffen die in het klassieke gebed bij de doop en in de doopformulieren ter sprake komen. Het past in de Paasnacht, omdat de dienst van de heilige doop toediening van het opstandingsheil, toepassing van het paasgeheim in onze levensdagen is. Barnard heeft de tekst aangepast aan de melodie van het Veni creator spiritus, maar na verschijnen van de tekst zijn meerdere wijzen gepubliceerd.
Inhoud
De beginregels van de strofen luiden:
- 1. Het water van de grote vloed
- 2. Want al het water wast niet af
- 3. Tot ondergang zijn wij gedoemd
- 4. Wij staan geschreven in zijn hand
- 5. Met Noach en zijn regenboog
- 6. Naäman, nu niet meer onrein
- 7. Gij heft de aarde aan het licht / door diepte heen en door gericht,/ eens zal zij bloeien als een roos, / een dal van rozen, zondeloos!
Muziek
Muziekuitgaven
Zie Komm, Gott Schöpfer, Heiliger Geist (melodie) voor een overzicht van alle (orgel)literatuur en koorbewerkingen bij melodie a.
Hymnologische informatie
- Cor Waringa heeft de Friese vertaling gemaakt: It wetter fan ’e grutte floed.
- Ook Bernard Smilde vertaalde het lied in het Fries en gaf het dezelfde beginregel mee: It wetter fan 'e grutte floed.
- Christa Reich en Jürgen Henkys vertaalden het lied in het Duits: Das Wasser jener grossen Flut, verschenen in Arbeitsstelle Gottesdienst 03-2005'.
- Jürgen Henkys vertaalde het lied nogmaals, Die grosse Flut, das Rote Meer, gepubliceerd in Du hebst die Erde an das Licht, nr. 11.
Literatuur
Toelichtingen:
- Liedboekcompendium: https://www.liedboekcompendium.nl/lied/350-het-water-van-de-grote-vloed-3_3_2
- Eredienstvaardig 8-5-263 (Arie Eikelboom)
- Pieter Endedijk: Opstapcurcus voor kerkorganisten deel 2, blz.80
- Organist & Eredienst, juli/aug.1997, blz.145 (Wim Pendrecht/Klaas Tjitte de Jong)
- In wind en vuur - II, blz. 382-385.