Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Jezus' kruis, zijn angst en pijn
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Jezus' kruis, zijn angst en pijn | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Titel | Jesu Kreuz, Leiden und Pein |
Taal | Duits |
Land | Tsjechië |
Periode | 16e eeuw |
Tekst | |
Dichter | Petrus Herbert |
Vertaler | Ad den Besten |
Bijbelplaats | Matteüs 26:1-29 Matteüs 27:1-10 Matteüs 27:11-50 Matteüs 27:51-66 Johannes 12:20-28 Johannes 18 Johannes 19 |
Metrisch | 7-6-7-6-7-6-7-6 |
Muziek | |
Componist | Michael Weisse |
Melodie | Christus der uns selig macht |
Solmisatie | 5-5-5-4-4-3-2 |
Gebruik | |
Kerkelijk jaar | Palmzondag Goede Vrijdag |
Liedbundels | |
Adem van het jaar 94 | |
Zingend Geloven 1-47 |
Dit tien strofen tellende lied Jezus' kruis, zijn angst en pijn is door Ad den Besten uit het Duits vertaald. Het lied is geschreven op de melodie van Christus, der uns selig macht (melodie).
Tekst
Karakteristiek voor dit lied is de verhalende vorm: in 17 stadia wordt Jezus' lijdensgeschiedenis zingend verteld, waarbij opvalt dat de dichter, Petrus Herbert, deze lijdensgeschiedenis al vroeg in Jezus' leven laat beginnen en Jezus' hele lijdensweg als 'ons ten zegen' (strofe 2) ziet.
De negende strofe is door Ad den Besten als volgt vertaald :
Jezus is de korrel graan,
in de grond gevallen,
Hij, die stierf om op te staan, (ook: want Hij stierf om op te staan)
Hij brengt voor ons allen
eeuwig rijke vruchten voort;
Hij heeft - ons ten leven,
die geloven in Gods woord -
goed en bloed gegeven.
Muziek
De melodie van 'Christus, der uns selig macht' geniet vooral bekendheid omdat J.S. Bach het als openingskoraal van het tweede deel van zijn Johannes-Passion (BWV 245) heeft gebruikt. De binaire, phrygische melodie kenmerkt zich door op de hoge d-tweegestreepte noot met drie toonherhalingen 'hamerend' te beginnen; oorspronkelijk (dus) op de woorden: Christus, der... In de vijfde regel komt dit, een kwint lager, opnieuw voor. Het lied heeft een syllabisch karakter, maar aan het eind van de even regels is ruimte voor een melisma. Opvallend is het grote contrast in toonhoogte tussen de verschillende regels: de ambitus loopt van bes tot d-tweegestreept.
Literatuur
Arie Eikelboom, Hymnologie XVI, p. 48-59, ISBN 9789082249088