Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
O God die boven wolken troont
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
O God die boven wolken troont Het gezaaide | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Taal | Nederlands |
Land | Nederland |
Periode | 1961 |
Tekst | |
Dichter | Tom Naastepad |
Bijbelplaats | Jakobus 5:7-11 Lucas 9:57-62 Jesaja 55:6-13 Matteüs 8:18-22 Matteüs 13:24-30 Psalm 126 |
Metrisch | 8-8-8-8-8-8 |
Muziek | |
Componist | Martine van der Meiden (b) |
Melodie | Vater unser im Himmelreich (a) |
Herkomst | Leipzig 1539 (a) |
Solmisatie | 6-6-4-5-6-4-3-2 (a) 1-5-5-3-2-3-4-5 (b) |
Gebruik | |
Kerkelijk jaar | Allerheiligen Allerzielen |
Liedbundels | |
Adem van boven 65 (a) | |
Het lied op onze lippen 34 (a); 34 (b) | |
Zingend Geloven 1-56 (b) |
Tom Naastepad schreef O God die boven wolken troont op de melodie van Vater unser im Himmelreich. Later maakte Martine van der Meiden, één van de vaste organisten in de Araunadiensten waarin Naastepad voorging, een melodie.
Tekst
Naastepad schreef dit lied bij een tekst uit het Lukas-evangelie, waarin het gaat over het volgen van Jezus. En de epistellezing uit Jacobus verhaalt van geduld en volharding. De 'klassieke' melodie van 'Vater unser im Himmelreich' paste volgens Naastepad naadloos bij het klassieke thema van geduld en volharding. Hij heeft zich bij het schrijven van de tekst ook gehouden aan het oorspronkelijke staand rijm in de zes regels van het oorspronkelijke lied: aa bb cc, een onverzettelijk thema, dat sterk en stevig verwoord kan worden. In de loop van de jaren heeft de tekst grotere en kleinere wijzigingen ondergaan. Naastepad schrijft over dit lied: '... is bedoeld voor een dienst in het najaar, waarin wij de dood en de doden gedenken en waarin wij ook de joodse ballingschap ons te binnen brengen'.
Muziek
De melodie die Martine van der Meiden schreef, heeft een uiterst hechte samenhang met de vorm van de tekst. De ritmische structuur wordt gedomineerd door kwartwaarden; verlengingen komen alleen aan begin of eind van een regel voor. Het hele ritme is tweedelig. De melodie in D grote terts maakt een 'klassieke' indruk. Het lied kan in canon worden gezongen; dat is een toevallig ontstane situatie en was geen opzet van de componist.