Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Prijst den Naam van uwen God
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Prijst den naam van uwen God Psalm 135 | ||
Vorm | Strofelied | |
Herkomst | ||
Taal | Nederlands | |
Land | Nederland | |
Psalm 135 | ||
Type | Halleluja-psalm | |
Latijnse titel | Laudate nomen | |
Vulgaat | Psalm 134 | |
Berijming | Psalmberijming van 1773 | |
Tekst | ||
Dichter | Genootschap Laus Deo, Salus Populo | |
Metrisch | 7-7-7-7-7-7 | |
Muziek | ||
Melodie | Psalm 135 | |
Herkomst | Genève 1562 | |
Solmisatie | 1-6-5-5-6-7-1 | |
Liedbundels | ||
Psalmberijming van 1773 135 |
Prijst den naam van uwen God is de beginregel van Psalm 135 in de Psalmberijming van 1773, van de hand van het genootschap ‘Laus Deo Salus Populo’.
Inhoud
Opname beluisteren
Tekst
Psalm 135
1 Prijst den naam van uwen God,
’s Heeren knechten, hier vergaêrd;
Prijst zijn’ naam en wijs gebod,
Daar g’ in ’t voorhof staat geschaard,
En uw ampt bekleedt met eer
In het huis van onzen Heer.
2 God is goed: looft Hem te saam
Met gezang en snaarenspel;
Prijst zijn’ lieffelijken naam:
Want de Heer heeft Israël
Zich ten eigendom geschikt;
Jakob door zijn heil verkwikt.
3 God is groot: ik weet, dat Hij
Hooger is dan alle goôn.
Onze God voert heerschappij.
Hij beheerscht van zijnen troon
Hemel, afgrond, zee en aard.
God is aller hulde waard.
4 ’t Eind der aard werpt dampen uit
Door Gods magt, die ’t al volbrengt,
En met ’s donders schor geluid
Bliksemvuur en regen mengt:
God brengt winden, door een woord,
Uit zijn schatgewelven voort.
5 God, die vreeslijk is en groot,
Sloeg, zijn’ heilgen naam ter eer,
Alle d’ eerstgeboornen dood;
Velde vee en menschen neêr:
Daar hij teeknen van zijn kracht
Over gansch Egypten bragt.
6 Hij verbaasde Faroos hof;
Sloeg de volkeren alom;
Wierp de koningen in ’t stof:
Sihon, Og, en ’t vorstendom
Van den trotschen Kananiet,
En den stouten Amoriet.
7 Isrel kwam door ’s Hoogsten hand
In ’t bezit van hunnen staat:
God gaf hun gezegend land
Tot een erf aan Jakobs zaad.
Heer, uw naam en majesteit
Blijven tot in eeuwigheid.
Pauze
8 Van geslachte tot geslacht’
Wordt, naar onzen duuren pligt,
Bij het volk uw gunst herdacht,
Wijl Gij zelf, o Heer! hen richt,
En aan hun, schoon diep in schuld,
Met berouw gedenken zult.
9 D’ afgoôn van het heidendom,
Goud of zilver, goôn in schijn,
Hebben lippen, maar zijn stom:
Zij, die ’t werk van menschen zijn,
Daar men geenen geest in vindt,
Hebben oogen, maar zijn blind.
10 Ooren ziet men aan hun hoofd,
Maar zij hooren er niet meê:
Zij, van ademtocht beroofd,
Zijn nog minder dan het vee:
Die tot hen om hulp genaakt
Worde hun gelijk gemaakt.
11 Israëllers, looft al t’saam
Uwen God, den God der eer:
Loof, Aärons huis, zijn’ naam:
Huis van Levi, loof den Heer:
Looft gij alle, die Hem vreest,
Looft Hem met verheugden geest.
12 Sion, loof met dankbre stem
God, uw’ Heer, die eeuwig leeft,
En het schoon Jerusalem
Door zijn wooning luister geeft:
Loof Hem voor uw heilrijk lot;
Loof al juichend uwen God!
Ontstaan
Inhoud
Muziek
Hymnologische informatie
Voor een versie van Meier Salomon Bromet op St. Petersburg (melodie), zie Prijst den naam van onzen God.
Culturele informatie
Literatuur
Externe links
Voetnoten
![]() |
Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren. |