Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Toen ik moe was, mistroostig
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Toen ik moe was, mistroostig | |
Vorm | Lied met refrein |
Herkomst | |
Titel | In complete desperation |
Taal | Engels |
Tekst | |
Dichter | John L. Bell |
Vertaler | Roel Bosch |
Bijbelplaats | Psalm 77:2-13 Psalm 77:15 Psalm 77:20-21 |
Muziek | |
Componist | John L. Bell |
Melodie | De jaren |
Gebruik | |
Thema | Aanvechting Twijfel |
Trefwoord | Wanhoop |
Liedbundels | |
Psalmen anders 77a |
Toen ik moe was, mistroostig is een lied geschreven door John L. Bell getiteld In complete desperation. Het is vertaald door Roel Bosch en op muziek gezet door John L. Bell.
Inhoud
Opname beluisteren
- Uitgevoerd door solist Fleur en Koor Hemelsbreed, m.m.v. Anton Doornhein, orgel en Tim van Oijen, piano, o.l.v. Willem Blonk.
Tekst
De tekst van het eerste refrein luidt:
Nee, je helpt me niet meer met een vroom verhaal,
mijn verdriet en mijn boosheid zijn echt.
Ik vertik het te horen naar lege taal.
Ik ben bang nu. Niets komt meer terecht.
De tekst van het refrein aan het eind van het lied luidt:
Ik weet zeker: uw weg is een heilig pad,
door het water trok u met ons mee.
Ook al zie ik dat spoor niet, ik houd u vast:
aan uw hand durf ik mee door de zee.
Ontstaan
John Bell maakte in zijn tijd als vicar van de Engelstalige gemeente in Amsterdam kennis met het Nederlandse levenslied. Hij hoorde dat vaak in Grand Café De Jaren. Deze stijl vond hij passend bij de inhoud van de psalm, vol verdriet om een leven dat stuk lijkt te lopen. Zo is het een lied met trekken van de populaire cultuur. De twist komt aan het eind: dan is er toch die begaanbare weg, door Schelfzee en Jordaan.
Inhoud
'Ik zoek een antwoord op mijn vragen. Weet God niet meer wat vergeving is?', zingt de psalmist, vers 7-10. Dat antwoord lijkt niet te komen. Zo roept het refrein in deze versie uit de diepte van een onbeantwoord verlangen. Het stelt daarmee vragen aan God - of zijn het vragen aan het eigen godsgeloof?
De beginregels van de strofen luiden:
- Toen ik moe was, mistroostig
- Laat God mij nu alleen
- U bevrijdde uw volk toch?
- Totdat toen alles stil werd