Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Wiel Kusters
| Geboren | Spekholzerheide (gem. Kerkrade), 1 juni 1947 |
|---|---|
| Dbnl-profiel – Wikipedia (nl) | |
Wiel Kusters (Spekholzerheide (gem. Kerkrade), 1 juni 1947) is een Nederlands dichter en voormalig hoogleraar letterkunde.
Leven
Kusters is geboren in een mijnwerkersgezin in Spekholzerheide/Kerkrade. Hij studeerde Nederlands in Nijmegen. Zijn proefschrift schreef hij onder begeleiding van professor A.L. Sötemann in Utrecht, waar hij in 1986 ook promoveerde: 'De killer. Over poëzie en poëtica van Gerrit Kouwenaar'. Hij was tot 2012 hoogleraar Letterkunde aan de Universiteit Maastricht. Kusters schreef onder andere voor de passiespelen in Tegelen de nieuwe tekst, 'Levend bewijs', Querido Amsterdam 2005.
In zijn boek over de mijn, In en onder het dorp, mijnwerkersleven in Limburg (Vantilt 2012) blijkt hoe belangrijk het woord 'kuil', 'koel', is. In de kuil, in de mijn, werken de mannen, boven hun hoofd speelt het gewone leven zich af. Met steeds de dreiging: gaat het goed, onder de grond? En ook: hoe lang houden ze het vol, voordat hun longen het laten afweten? Het 'voel mijn kuil is toch zo diep', is zo bezien metafoor van dreigend onheil. Al blijft de eerste betekenis toch die van de dreigende grafkuil.
Liederen
|
Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren. |
