Dit lied is niet te vinden in één van de veelgebruikte liedbundels.
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Opname beluisteren
Tekst
Ontstaan
Inhoud
1. De HEER is Heer van deze aard'
en van het leven dat zij baart,
de wereld en die haar bewonen.
De aarde geeft hij vast grond,
ja, door de woorden uit zijn mond
is zij verankerd op de stromen.
2. Maar welke mens beklimt de berg
van deze HEER, wie vindt de weg
naar Sion, waar hij mag verkeren?
De mens oprecht van hand en hart,
die niet in leugens is verward,
die wars is van bedrieglijk zweren.
3. De HEER beloont hem zegenrijk,
Gods schenkt hem zijn gerechtigheid
en recht verkrijgt hij van zijn redder.
Dit alles valt ten deel aan hen
die opgaan naar Jeruzalem –
het volk van Jakob en zijn herders.
4. O poorten, hef uw hoofd omhoog,
maak breed de weg en ereboog:
de koning wil nu binnentreden.
Wie is de vorst vol majesteit?
De HEER, heldhaftig in de strijd,
de HEER, zo machtig toen en heden.
5. O poorten, hef uw hoofd omhoog,
maak breed de weg en ereboog:
de majesteit wil tot u komen.
Wie is die heer vol pracht en praal?
De koning van de hemelmacht,
de HEER, hij is de Eergekroonde.
Muziek
Zettingen
Bewerkingen
Hymnologische informatie
Culturele informatie
Literatuur
Externe links
|
Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren.
|