Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Komt, laat ons samen Isrels Heer
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Komt, laat ons samen Isrels Heer | ||
Psalm 95 | ||
Latijnse titel | Venite, exsultemus | |
Vulgaat | Psalm 94 | |
Berijming | Psalmberijming van 1773 | |
Tekst | ||
Metrisch | 8-8-9-8-8-9 | |
Muziek | ||
Componist | Louis Bourgeois | |
Solmisatie | 2-6-4-5-5-4-3-2 | |
Liedbundels | ||
Zangbundel Joh. de Heer 331 | ||
Psalmberijming van 1773 95 |
Komt, laat ons samen Isrels Heer is de beginregel van Psalm 95 in de Psalmberijming van 1773. De Zangbundel Joh. de Heer heeft daarvan de strofen 1 en 4.
Inhoud
Opname beluisteren
Tekst
1 Komt, laat ons samen Isrels Heer,
Den rotssteen van ons heil, met eer,
Met godgewijden zang ontmoeten:
Laat ons zijn gunstrijk aangezicht,
Met een verheven lofgedicht
En blijde psalmen, juichend groeten.
2 De Heer is groot, een heerlijk God,
Een Koning, die het zaligst lot,
Ver boven alle goôn, kan schenken:
Het diepst van ’s aardrijks ingewand,
Het hoogst gebergt is in zijn hand;
’t Is al gehoorzaam op zijn wenken.
3 Zijn’ is de zee; z’ is door zijn kracht
Met al het drooge voortgebragt:
’t Moet alles naar zijn wetten hooren.
Komt, buigen w’ ons dan biddend neêr;
Komt, laat ons knielen voor den Heer,
Die ons gemaakt heeft en verkooren.
4 Want Hij is onze God, en wij
Zijn ’t volk van zijne heerschappij,
De schaapen, die zijn hand wil weiden:
Zoo gij zijn stem dan heden hoort,
Gelooft zijn heil- en troostrijk woord,
Verhardt u niet, maar laat u leiden.
5 Verhardt u niet; neemt zijn genaê
Ootmoedig aan; laat Meriva,
Laat Massa u ten afschrikk’ weezen;
Waar ’k door uw vaders ben verzocht,
Toen alles, wat mijn almagt wrocht,
Hen niet bewoog, om mij te vreezen.
6 ’k Heb aan dit volk, dat mij vergat,
Een’ langen tijd verdriet gehad,
Ja veertig jaar hunn’ hoon verdraagen,
En zei: „dit volk, dat steeds mij tart,
heeft een verdwaasd en dwaalend hart;
’t Schept in mijn wegen geen behagen.”
7 Dies heb ik, door hun tergend kwaad
Op ’t hoogst vergramd, dit volk versmaad,
En met een’ dieren eed gezwooren,
Dat, wegens zijn geschonden trouw,
Het nooit mijn rust genieten zou,
Die voor mijn volk nog blijft beschooren.
Ontstaan
'
Inhoud
Muziek
Muziekuitgaven
Hymnologische informatie
Culturele informatie
Literatuur
Externe links
![]() |
Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren. |