Kerkliedwiki bundels.png
Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen!

Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.

Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl
Kerkliedwiki bundels.png Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen! Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.

Op Liturgiewerkplaats.nl bieden we je inspiratie en concrete tips rond kerkmuziek en vieren Abonneer je op de nieuwsbrief.

Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas. Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl

De nacht is haast ten einde: verschil tussen versies

Uit Kerkliedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(Ontstaan en inhoud)
Regel 6: Regel 6:
  
 
''Der Nacht ist vorgedrungen''.
 
''Der Nacht ist vorgedrungen''.
De Duitse versie van het lied staat in het Evangelischen Gesangbuch (EG 16), in Gotteslob (GL 111), in Mennonitischen Gesangbuch (MG 249) en in Gesangbuch Feiern & Loben (FL 190).
+
De Duitse versie van het lied staat in het Evangelischen Gesangbuch (EG 16), in Gotteslob (GL 220), in Mennonitischen Gesangbuch (MG 249) en in Gesangbuch Feiern & Loben (FL 190).
 
=== Liedbundel(s) ===
 
=== Liedbundel(s) ===
 
Dit lied is opgenomen in de volgende liedbundels:
 
Dit lied is opgenomen in de volgende liedbundels:
Liedboek van de kerken 1973 (LvdK gez. 130)
+
|-
 +
| Liedboek 2013
 +
| 445
 +
|-
 +
| Liedboek voor de kerken 1973
 +
| Gezang 130
 +
|-
 +
| Evangelisches Gesangbuch
 +
| 16
 +
|-
 +
| Evangelisch-reformiertes Gesangbuch
 +
| 372
 +
|-
 +
| Gotteslob (2013)
 +
| 220
 +
|}
  
 
== Tekst ==
 
== Tekst ==
Regel 33: Regel 48:
  
 
=== Tekstdichter ===
 
=== Tekstdichter ===
 +
Jochen Klepper, 1938
  
 
=== Vertaler ===
 
=== Vertaler ===
 +
Jan Willem Schulte Nordholt
  
 
== Muziek ==
 
== Muziek ==
  
 
=== Componist ===
 
=== Componist ===
 +
Johannes Petzold, 1939
  
 
=== Koorbewerking ===
 
=== Koorbewerking ===

Versie van 6 apr 2014 om 17:27


Titel

Oorspronkelijke taal en titel

Der Nacht ist vorgedrungen. De Duitse versie van het lied staat in het Evangelischen Gesangbuch (EG 16), in Gotteslob (GL 220), in Mennonitischen Gesangbuch (MG 249) en in Gesangbuch Feiern & Loben (FL 190).

Liedbundel(s)

Dit lied is opgenomen in de volgende liedbundels: |- | Liedboek 2013 | 445 |- | Liedboek voor de kerken 1973 | Gezang 130 |- | Evangelisches Gesangbuch | 16 |- | Evangelisch-reformiertes Gesangbuch | 372 |- | Gotteslob (2013) | 220 |}

Tekst

De tekst van het lied is niet auteursrechtvrij en daarom hier niet opgenomen.

Ontstaan en inhoud

Het lied is ontstaan op 18 december 1937. Het verscheen in 1938 in de bundel Kyrie. Geistliche Lieder., onder de titel Weihnachtslied[2]. Klepper schickte ihm programmatisch den Bibelvers voraus:

„Und das tut, weil ihr die Zeit erkennt, nämlich dass die Stunde da ist, aufzustehen vom Schlaf, denn unser Heil ist jetzt näher als zu der Zeit, da wir gläubig wurden. Die Nacht ist vorgerückt, der Tag aber nahe herbeigekommen. So lasst uns ablegen die Werke der Finsternis und anlegen die Waffen des Lichts. (Röm 13,11–12 LUT)“

Der Text ist reich an biblischen Anspielungen, den „Morgenstern“ (Offb 22,16 LUT), „zur Nacht geweinet“ (Ps 30,6 LUT), „alle Engel dienen“ (Hebr 1,6 LUT), „von Gottes Angesicht kommende Rettung“ (Apg 3,20 LUT), „Gott will im Dunkel wohnen“ (1 Kön 8,12 LUT), „wer dem Sohn vertraut, kommt aus dem Gericht“ (Joh 5,24 LUT), wie auch an zahlreichen Zitaten aus der Gesangbuchtradition, „Angst und Pein“ (Herr Jesu deine Angst und Pein), „dem alle Engel dienen“ (Dies ist die Nacht da mir erschienen), „lässt den Sünder nicht“ (Ist Gott für mich, so trete gleich alles wider mich).

Das Lied charakterisiert seine Zeit als eine in nächtlichem Dunkel befindliche, der wohl der anbrechende Tag folgt, welcher auch durch den dreifach erwähnten Morgenstern gekennzeichnet wird und zu dessen Lobgesang Strophe 1 aufruft. Gleichwohl bleibt der Ton gemessen. „Angst und Pein“ werden „beschienen“, nicht beseitigt, und von einer Sonne oder gar „Freudensonn“[3] ist nicht die Rede.

Die Strophen 2 und 3 kündigen das Weihnachtsgeschehen an, das Erscheinen des menschgewordenen Gottes als „Kind und Knecht“ und verweisen auf den „Stall“ der weihnachtlichen Tradition.

Strophe 4 greift das Motiv des wandernden Stern von Bethlehem auf, der den Weg heraus aus dem Dunkel weist (Mt 2,9 LUT). Gleichwohl beschreibt die abschließende Strophe 5 dieses Dunkel als Wohnort, den Gott erwählt hat, um denen im Dunkel nahe zu sein und dort hinein „Licht und Heil“ zu bringen.

Klepper notierte kurz vor der Entstehung seines Gedichts hinsichtlich diskriminierender Behinderungen seiner Publikationen seitens der Reichsschrifttumskammer wegen der jüdischen Herkunft seiner Ehefrau:

„Es geschieht Hannis wegen. Ich glaube nicht an Aktionen. Gott will im Dunkel wohnen, und das Dunkel kann nur durchstoßen werden durchs Gebet.[4]“

Tekstdichter

Jochen Klepper, 1938

Vertaler

Jan Willem Schulte Nordholt

Muziek

Componist

Johannes Petzold, 1939

Koorbewerking

Orgelbewerking

Liturgisch gebruik

Literatuur

Externe links

Voetnoten