Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Mij naar alles stil te voegen
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Mij naar alles stil te voegen | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Titel | Gern in alles mich zu fügen |
Taal | Duits |
Land | Duitsland |
Periode | Omstreeks 1770 |
Tekst | |
Dichter | Johann Kaspar Lavater |
Vertaler | Ahasverus van den Berg |
Muziek | |
Componist | Friedrich Funcke |
Melodie | Wat zou ooit mijn hart vervaren (Funke) |
Solmisatie | 1-1-7-5-6-7-1-1 |
Liedbundels | |
Hervormde Bundel 1938 206 | |
Evangelische Gezangen 67 |
Mij naar alles stil te voegen is een vertaling door Ahasverus van den Berg van Gern in alles mich zu fügen, een lied geschreven door Johann Kaspar Lavater (1741-1801). Het wordt gezongen op een melodie van Friedrich Funcke, zie Wat zou ooit mijn hart vervaren (Funke) (melodie)
Inhoud
Opname beluisteren
Tekst
- Duits
1) Gern in alles mich zu fügen,
mich der Stille still zu freun;
ohne Worte, mit Vergnügen
aller Knechte Knecht zu sein,
nie mit Gaben stolz zu prangen,
Menschenruhm nie zu verlangen.
Diese Weisheit fleh ich mir,
hocherhabner Gott, von Dir!
2) Unbekannte Wege wandeln,
Wege, die Dein Aug nur kennt;
stille dulden, schweigend handeln,
wo kein Menschenmund mich nennt.
Das, Du freundlicher Gewährer,
aller Demut Quell und Lehrer,
Jesus Christus, lehre mich
still und schweigend sehn auf Dich!
3) Gott der Niedrigen und Stillen,
die so gern im Schatten ruhn,
streng und redlich deinen Willen
einsam leiden oder tun,
Gott der Edlen, die nicht klagen,
wenn sie schwere Lasten tragen,
schweigend in sich selber gehn,
demutsvoll auf Dich nur sehn:
4) Gott, Du bist mein Gott, ich falle
demutsvoll zu Fuße Dir,
Du erquickst, begnadigst alle,
schenkest Gnad und Ruh auch mir.
Unterstützest mein Bestreben,
immer stiller Dir zu leben,
meiner Ohnmacht nie zu trau'n,
fester stets auf Dich zu bau'n.
- Hervormde Bundel 1938
1
Mij naar alles stil te voegen,
hoe veracht en bitter 't schijn,
zonder woorden, met genoegen
aller knechten knecht te zijn,
nooit te pralen met mijn gaven,
nooit om mensenroem te slaven:
Heer, ik zoek bij U alleen
deze wijsheid met gebeen.
2
Leer mij stil op paden wand'len,
waar uw oog alleen mij ziet,
stil verdragen, zwijgend hand'len,
al ziet mij de wereld niet.
Jezus, Gij kunt door uw lering,
harten vormen tot bekering:
bron van ootmoed, leer Gij mij
stil, ootmoedig zijn als Gij.
3
God des need'rigen en stillen,
wien de deemoed 't meest behaagt,
die, wat G' ooit moogt doen of willen,
eenzaam doet of eenzaam draagt;
God van hen, die nimmer klagen,
als zij zware lasten dragen,
die, hoe hoog ook 't leed moog' gaan,
zwijgend d' ogen op U slaan.
4
God, Gij zijt mijn God, ik kniele,
vol van vreugd voor uwe troon,
Gij verkwikt, vertroost mijn ziele
in het aanschijn van uw Zoon.
Ja, Gij wilt genade geven,
dat ik stil voor U mag leven,
op mijzelve niet vertrouw,
maar steeds vaster op U bouw.
- De Evangelische Gezangen hebben een extra strofe
3.
Schoon 'k vergeten, ongeprezen,
Bitsen hoon te lijden had,
Schoon 'k mijn' broedren vreemd mogt wezen,
Elk van mij terugge trad,
'k Zou nog vrolijk juichen mogen,
Sloeg ik maar gedurig d'oogen,
Jezus! op het geen Gij deedt,
Toen Gij alles voor mij leedt.
Ontstaan
Inhoud
Muziek
Zettingen
Bewerkingen om te zingen
Bewerkingen om te spelen
Muziekuitgaven
Hymnologische informatie
Culturele informatie
Literatuur
Externe links
Voetnoten
Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren. |