Talloos de liederen, talloos

Dit lied is te vinden in de volgende veelgebruikte liedbundel(s):

Liedboek 2013 p. 1561 Oud-Katholiek Gezangboek 986
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.

Talloos de liederen, talloos Talloos de liederen
Vorm	Strofelied
Herkomst
Taal	Nederlands
Land	Nederland
Periode	2001
Tekst
Dichter	Willem Barnard
Bijbelplaats	Psalm 22:22 Psalm 79:13 Psalm 86:9-10 Psalm 100:4 Johannes 2:9-11 Matteüs 14:15-21 Marcus 6:35-44 Lucas 9:12-17 Johannes 6:5-14 Romeinen 14:11 Filippenzen 2:10-11 Openbaring 7:10 Jesaja 7:14 Matteüs 1:23 Psalm 98
Metrisch	8-8-8-7
Muziek
Componist	Willem Vogel
Solmisatie	1-1-7-6-6-6-5-5
Gebruik
Kerkelijk jaar	Cantate
Thema	Loven en danken
Liedbundels
Liedboek 2013 p. 1561
Oud-Katholiek Gezangboek 986
Zingend Geloven 8-34
In wind en vuur I-97

Talloos de liederen, talloos is een liedtekst van Willem Barnard, op muziek gezet door Willem Vogel.

Tekst

De tekst is auteursrechtelijk beschermd en kan daarom hier niet worden weergegeven.

Ontstaan

Willem Barnard schreef dit lied ter gelegenheid van het jubileum van de oud-katholieke Sint Geertrudiskerk in Utrecht. Het is één van zijn laatste liederen en hij nam het op in zijn bundel De mare van God-beware-me (2002, p. 119). Het lied is een lofzang op de liederen die vroeger werden en later zullen worden aangeheven ter ere van God. De laatste regel 'O zie ons aan' is een variant op de roep Kyrie eleison. Het is een liedtekst waarin Barnard een krachtige oproep doet om de lofzang gaande te houden. De hymne heeft het laatste woord!
De melodie van Willem Vogel werd gecomponeerd ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de Oud Katholieke Organisten Vereniging in 2001.

Inhoud

De beginregels van de strofen luiden:

• 1. Talloos de liederen, talloos
• 2. Lafenis: water dat wijn wordt
• 3. voor alleman en voor ieder
• 4. Later geborenen weten / later gebeurende dingen - / eens te meer zullen zij zingen: / God in het mensenbestaan / O zie ons aan.

Literatuur

• Arie Eikelboom, Hymnologie XVI, p. 256-262, ISBN 9789082249088
• In wind en vuur - II, blz. 467-468