Bijbelplaats | Lied |
---|
Filippenzen | Nimmen krijt himsels oait te sjen |
Filippenzen 1:6 | Dit is het lied van onze zon |
Filippenzen 1:6 | Ik dank U wel, mijn Vader |
Filippenzen 1:6 | Taal op de tong |
Filippenzen 1:7-11 | Sterk ons met uw Geest |
Filippenzen 1:9 | Uw liefde is zo prachtig |
Filippenzen 1:20 | Gij, die eens neerkwam hier op aard |
Filippenzen 1:21 | Gij, Christus, zijt mijn leven |
Filippenzen 1:21 | Het is gewin — als 't sterfuur zal genaken |
Filippenzen 1:21 | Nader, nog nader, U meer nabij |
Filippenzen 2:1-8 | Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten |
Filippenzen 2:1-11 | Die de mensen heeft geroepen |
Filippenzen 2:1-11 | Een lied voor Jezus, onze Heer |
Filippenzen 2:3 | De eersten zijn de laatsten |
Filippenzen 2:5 | Laat die Geest ook in jou zijn |
Filippenzen 2:5-7 | O liefde die verborgen zijt |
Filippenzen 2:5-7 | U legde af uw majesteit |
Filippenzen 2:5-8 | Hier aan uw voeten, Heer |
Filippenzen 2:5-8 | Hoe zal ik U ontvangen |
Filippenzen 2:5-11 | Christus, Gods Zoon en Gods gelijke |
Filippenzen 2:5-11 | Dit is de dag van huldiging |
Filippenzen 2:5-11 | Geboren in een stal |
Filippenzen 2:5-11 | Heer van de hemelse machten |
Filippenzen 2:5-11 | Heiland kom, o kom met haast |
Filippenzen 2:5-11 | Jezus heeft het hemelleven |
Filippenzen 2:5-11 | Laat onder u de gezindheid zijn |
Filippenzen 2:5-11 | Laat zo uw gezindheid zijn |
Filippenzen 2:5-11 | Naam van Jezus die ten dode |
Filippenzen 2:5-11 | Wie gaf ons een plaats op aarde |
Filippenzen 2:5-11 | Wie nooit zijn weg wil buigen naar de ander |
Filippenzen 2:5-11 | Wij zingen, Vader, U ter eer |
Filippenzen 2:5-11 | Yn 'e namme Jezus bûcht yn alle wrâld |
Filippenzen 2:6-7 | In den beginne was het Woord |
Filippenzen 2:6-7 | In den beginne was het woord |
Filippenzen 2:6-8 | Glorie zij U, Christus, U leed onze nood |
Filippenzen 2:6-8 | Hoor, trouwe Vader, ons gebed |
Filippenzen 2:6-8 | Ik wandel in gedachten |
Filippenzen 2:6-8 | Van al die vele volken |
Filippenzen 2:6-11 | Allerhoogste God, heilig en glorierijk |
Filippenzen 2:6-11 | Beeld en gelijkenis van Hem die leeft |
Filippenzen 2:6-11 | Christus, de gestalte van God |
Filippenzen 2:6-11 | De Zoon, die voor de eeuwen |
Filippenzen 2:6-11 | Hoort en ziet het levend woord |
Filippenzen 2:6-11 | Jezus Christus is het beeld van God |
Filippenzen 2:6-12 | Die rechtens God gelijk |
Filippenzen 2:8 | Diep buigt Hij zich |
Filippenzen 2:8 | Een kind geboren te Betlehem |
Filippenzen 2:8 | Jezus, Heer, wanneer ik aan uw offer denk |
Filippenzen 2:8-9 | Christus was voor ons gehoorzaam |
Filippenzen 2:8-11 | Hier zijn wij, hier bent U |