Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Willem Johan van der Molen
Geboren | Broek op Langedijk, 9 december 1923 |
---|---|
Overleden | Orvelte, Fout: ongeldige tijd. |
Rechten | Beschermd t/m 1 januari 2073 |
Dbnl-profiel |
Willem Johan van der Molen (Broek op Langedijk 9 december 1923 – Orvelte maart 2002) was een Nederlands dichter en prozaschrijver .
Leven
In 1946 debuteerde Van der Molen met de bundel Gered voor vannacht, poëzie met een sterk mythisch gehalte. De poëziebundel Sous-terrain (1949) verscheen als eerste deeltje in de poëziereeks De Windroos. Die vroege poëzie blijkt gevoed door een existentieel-filosofische problematiek en benadrukt vooral de leegte en eenzaamheid van een absurd bestaan.
Na deze bundel verscheen Tien tenen en elf ribben (1953), een psychologische roman die in de literaire kritiek weinig waardering kreeg. Daarna volgde de poëziebundel De onderkant van het licht (1954), waarmee Van der Molen zich revancheerde. Deze bundel werd in 1956 bekroond met de Van der Hoogtprijs. Intussen was hij medewerker geworden van het tijdschrift Columbus.
Blijkbaar heeft Van der Molen zich miskend gevoeld als dichter en prozaschrijver, want lange tijd verschijnt er vrijwel niets meer van hem. Vanaf de zestiger jaren manifesteert hij zich nog vrijwel uitsluitend als de dichter van ultra korte gedichten, met name van haiku’s. Daarbij hervormde hij de haiku op een sterk persoonlijke manier en onderwierp het genre aan zijn eigen specifieke poeticale opvattingen. In die tijd werd hij redacteur van Vuursteen (1981-…), het kwartaalorgaan van de Nederlandse en Vlaamse Haiku centra. In 1991 richtte hij zijn eigen tijdschrift op voor het korte gedicht: Kortheidshalve (1991-2002).
Haiku’s van Van der Molen verschenen in o.m. Op een grasstengel klimmen (1984). In 1986 verscheen een bloemlezing uit zijn poëzie onder de kenmerkende titel Over het hoofd gezien. Na zijn overlijden werd hij geëerd met een speciale bijdrage van The World Haiku Association.
(Bron: dbnl.org)
Liederen
- Ach hoe vluchtig, ach hoe nietig
- Bescherm mij, Heer, behoed mijn leven
- Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt
- Breng redding, Heer, de vroomheid is geweken
- De Heer is Koning, Hij regeert altijd
- De zonde die de zondaars vleit
- Evenals een moede hinde naar het klare water smacht
- Gij die hoog verheven zijt
- Gij hoge raad, bijeengekomen
- Gij waart goedgunstig voor uw land, o Heer
- Gij zijt geweest, o Heer, en Gij zult wezen
- Haast U om mij te redden, God!
- Halleluja! loof de Heer
- Heer, die mijn heil, mijn helper zijt
- Heerlijk verschenen is de dag
- Ik loof de Heer altijd
- Ik schuil bij God. Hoe kunt gij dan nog zeggen
- Niet ons, o Heer, niet ons zij eer gewijd
- Steek nu voor God de loftrompet
- Verzonken is het licht der zon
- Waarom toch het kwaad zo te prijzen