Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Wie zal voor God verschijnen: verschil tussen versies
k (typo) |
|||
Regel 36: | Regel 36: | ||
|melodie1=Wie soll ich Dich empfangen | |melodie1=Wie soll ich Dich empfangen | ||
|melodie1-v=a | |melodie1-v=a | ||
− | |melodie2=O | + | |melodie2=O Haupt voll Blut und Wunden |
|melodie2-v=c | |melodie2-v=c | ||
|melodie3=Psalm 128 | |melodie3=Psalm 128 |
Versie van 5 feb 2016 om 22:39
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Wie zal voor God verschijnen Van de hogepriester | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Taal | Nederlands |
Land | Nederland |
Periode | 20e eeuw |
Tekst | |
Dichter | Willem Barnard |
Bijbelplaats | Leviticus 16 Hebreeën 8:1-6 Hebreeën 9:1-15 Openbaring 7:9-17 Openbaring 14:1-5 |
Metrisch | 7-6-7-6-7-6-7-6 |
Muziek | |
Componist | Johann Crüger (a) A.B.H. Verhey (b) Hans Leo Hassler (c) Jaap Geraedts (e) |
Melodie | Wie soll ich Dich empfangen (a) O Haupt voll Blut und Wunden (c) Psalm 128 (d) Roept God een mens tot leven (e) Ist Gott für mich, so trete (f) |
Herkomst | 1543/1545 (d) |
Solmisatie | 1-3-4-5-5-4-3 (a) 3-7-1-2-1-1-7 (b) 3-6-5-4-3-2-3 (c) 2-6-6-6-5-4-3 (d) 6-3-3-2-1-5-5 (e) |
Gebruik | |
Kerkelijk jaar | Veertigdagentijd |
Liedbundels | |
Tussentijds 152 (a) | |
Zingt Jubilate 355 (c) | |
Oud-Katholiek Gezangboek 616 (b) |
Willem Barnard schreef Wie zal voor God verschijnen als contrafact op de melodie van Wie soll ich Dich empfangen - niet te verwarren met de melodie van 'Valet will ich dir geben'! Het lied is eveneens te zingen op de melodie van Psalm 128.
Tekst
Ontstaan
Dit lied maakt onderdeel uit van de cyclus voor de Stille Week 'Een dubbel-lied van veertig regels', waarin heel de vastentijd samengevat wordt met verwijzingen naar de zondagen Invocabit, Reminiscere, Oculi, Laetare en - in casu - Judica.
Inhoud
In het epistel voor zondag Judica, Hebreeën 9: 11-15, is sprake van Christus, die als hogepriester eens en voor altijd is binnengegaan in het heiligdom, 'waardoor hij een eeuwige verlossing verwierf'. Het lied van de hogepriester berust dus op deze epistellezing, maar is meer dan alleen een lied voor die ene zondag. De dichter schrijft hierover in een toelichting: 'Op deze zondagen, zo dicht bij Pasen, komt de essentie van heel het geloof ter sprake en men zou zulke liederen dan ook telkens 'aan Tafel' kunnen zingen'.
De drie achtregelige strofen hebben als rijmschema ab ab cd cd.