Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Halleluja, 't loflied rijze
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Halleluja, 't loflied rijze | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Titel | Halleluja! lofgezongen |
Taal | Nederlands |
Land | Nederland |
Periode | vroeg 19 e eeuw |
Tekst | |
Dichter | Johanna Elisabeth van der Velde-Helmcke |
Bijbelplaats | 1 Korintiërs 15:20-25 Openbaring 1:5-7 Openbaring 5:10 |
Metrisch | 8-7-8-7-8-7-7-8-7-7 |
Muziek | |
Componist | Johann Schop |
Melodie | Sollt ich meinem Gott nicht singen |
Solmisatie | 2-2-6-2-1-1-2-2 2-4-6-2-2-1-2-2 (b) |
Liedbundels | |
Liedboek voor de kerken Gezang 317 | |
Zangbundel Joh. de Heer 380 | |
119 Gezangen 61 | |
119 Gezangen 61a (b) | |
Hervormde Bundel 1938 166 | |
Liedbundel met Bijbellezingen 114 | |
Liederen voor de Gemeentezang 218 | |
Geestelijke Liederen 2016 113 | |
Evangelische Gezangen 50 | |
Geestelijke Liederenschat 1935 201 | |
Geestelijke Liederenschat 1935 215 |
Rechten | |
Tekst | Publiek domein |
Muziek | Publiek domein |
Halleluja, 't loflied rijze is de beginregel van vers 3 van een lied van Johanna Elisabeth van der Velde-Helmcke (1762-1844). Oorspronkelijk zijn er vier strofen waarvan de eerste begint met Halleluja, lofgezongen (Evangelische Gezang 1806, 50). Het wordt gezongen op Sollt ich meinem Gott nicht singen (melodie) van Johann Schop (ca. 1590 – 1667).
Inhoud
Opname beluisteren
- Martini-Vesper:
- Henk Lemckert op orgel Abdijkerk van Loosduinen. C.F. in sopraan en tenor. Te beluisteren op: (Liedboekzettingen.nl)
Tekst
Tekst Evangelische Gezangen 1806 (50):
1 Halleluja! lofgezongen
Jezus Christus onzen Heer!
Paart, verlosten! hart en tongen,
Juicht zijn liefd’ en magt ter eer!
Hem, die redt uit alle nooden,
Die waarachtig en getrouw,
Vastheid geeft aan ’t Godsgebouw;
Hem, den eerstling uit de dooden,
Hem, den Koning van ’t heelal,
Wien ’t heelal eens eeren zal.
2 Halleluja! onze zangen
Zijn voor eeuwig Hem gewijd,
Die het Godsrijk heeft ontvangen,
Als den loon op zijnen strijd;
Die aan ’t kruis zich liet verhoogen,
En ons minde tot den dood,
Met een liefd’ ondenkbaar groot,
Met een godlijk mededoogen;
Hem, die ons onrein gemoed
Heeft gewasschen in zijn bloed.
3 Halleluja! ’t loflied rijze!
Hem, die onze banden slaakt,
Hem, die ons, zijn’ naam ten prijze,
Koningen en Priesters maakt;
Die ons opkweekt onder lijden,
En ons, door zijn’ Geest bestuurd,
Door zijn’ kruisdood aangevuurd,
Waken, bidden leert en strijden:
Hem zij heerlijkheid en magt,
Eeuwig, eeuwig toegebragt.
4 Amen! Jezus Christus! Amen!
Ja, Gij zult in ’t groot heelal
’t Rijk der duisternis beschamen,
Tot het niet meer wezen zal.
Woon, o Heiland! in ons midden:
Onder uwe heerschappij
Zijn wij zalig, zijn wij vrij;
Leer ons strijden, leer ons bidden!
Amen! heerlijkheid en magt
Word’ U eeuwig toegebragt!
Ontstaan
Inhoud
Muziek
Muziekuitgaven
Zie Sollt ich meinem Gott nicht singen (melodie) voor een overzicht van alle (orgel)literatuur en koorbewerkingen van deze melodie.
In 119 Gezangen is zowel de oorspronkelijke versie van de melodie van Johann Schopp opgenomen (nr. 61) als een vrije bewerking (van onbekende hand) daarvan (nr. 61a).
Hymnologische informatie
- In Hervormde Bundel 1938 en Geestelijke Liederen 2016 zijn alle vier de strofen opgenomen, in Liedboek voor de kerken alleen strofe 3 en 4.
- De Zangbundel Joh. de Heer heeft strofe 1 en 4. Voor een ander lied met dezelfde titel, zie Halleluja, lofgezongen voor de opgestane Heer.
- In 119 Gezangen is slechts de oorspronkelijke vierde strofe opgenomen.
- De Liederen voor de Gemeentezang hebben een iets gemoderniseerde versie Halleluja, laat ons loven met de strofen 1,3 en 4.
- De Geestelijke Liederenschat 1935 heeft ook de strofen 1,3 en 4. als lied 201, en strofe 2 als lied 215.
Culturele informatie
Literatuur
A.W. Bronsveld, De Evangelische Gezangen, verzameld in de jaren 1803-1805, en in gebruik bij de Nederlandsche Hervormde Kerk. Historisch-letterkundig onderzoek, Utrecht: Kemink en Zoon, 1917, 239-240.