1 Korintiërs 7:25-35 | Alleen wie het gegeven is |
1 Korintiërs 8:4-6 | Mijn Vader is een kunstenaar |
1 Korintiërs 8:5-6 | Demetrius smeedde zijn zilveren sier |
1 Korintiërs 8:6 | I've heart a thousand stories |
1 Korintiërs 9:7 | Mijn lief plantte een wijngaard aan |
1 Korintiërs 9:16-23 | Hoe zouden wij geloven, Heer |
1 Korintiërs 9:24 | Laat ons nu de loopbaan lopen |
1 Korintiërs 9:24-27 | Al wie in de renbaan loopt |
1 Korintiërs 9:24-27 | Uit nacht en ontij komen wij |
1 Korintiërs 9:24-27 | Voor alle heiligen in de heerlijkheid |
1 Korintiërs 10:1 | Ik zing voor de Heer en ik prijs zijn gezag |
1 Korintiërs 10:1-5 | Toen Israël geboren is |
1 Korintiërs 10:1-6 | Al wie in de renbaan loopt |
1 Korintiërs 10:1-6 | Hoort, mensenbroeders die hier nu zijt |
1 Korintiërs 10:1-6 | Uit nacht en ontij komen wij |
1 Korintiërs 10:1-6 | Wees voor mij een beschuttende rots |
1 Korintiërs 10:1-6 | Wij gaan met heel Gods volk |
1 Korintiërs 10:1-13 | Die meent te staan, zie toe dat hij niet valle |
1 Korintiërs 10:1-13 | Eens aten de vaderen in de woestijn |
1 Korintiërs 10:1-13 | Wij geloven met hart en mond |
1 Korintiërs 10:1-13 | Wij houden maaltijd op dit uur |
1 Korintiërs 10:3-4 | Rots waaruit het leven welt |
1 Korintiërs 10:4 | Uit chaos, vuur en rotsen |
1 Korintiërs 10:14-17 | De tafel van samen, de tafel is gedekt |
1 Korintiërs 10:14-17 | Het brood in de aarde |
1 Korintiërs 10:16 | Genadig Heer, die al mijn zwakheid weet |
1 Korintiërs 10:16-17 | Hij leeft |
1 Korintiërs 10:16-17 | Wij komen naar uw tafel, Heer |
1 Korintiërs 10:17 | De ware kerk des Heren |
1 Korintiërs 10:17 | Geef ons heden |
1 Korintiërs 10:17 | Uit chaos, vuur en rotsen |
1 Korintiërs 10:17 | Zomaar een dak boven wat hoofden |
1 Korintiërs 10:23-26 | Eens aten de vaderen in de woestijn |
1 Korintiërs 11:17-34 | Dit moogt gij, Jezus' jong'ren, nooit vergeten |
1 Korintiërs 11:17-34 | Laat ons als Jezus' jongren nooit vergeten |
1 Korintiërs 11:17-34 | Ziel, mijn ziel, aanvaard uw luister |
1 Korintiërs 11:20-28 | Wij willen roemen op het kruis |
1 Korintiërs 11:22-26 | Brood op tafel, een hand gevuld |
1 Korintiërs 11:23-25 | Toen Jezus Christus in de nacht |
1 Korintiërs 11:23-25 | Wij komen naar uw tafel, Heer |
1 Korintiërs 11:23-26 | Als een schip op het water |
1 Korintiërs 11:23-26 | Eens aten de vaderen in de woestijn |
1 Korintiërs 11:23-26 | Gedenken wij dankbaar de daden des Heren |
1 Korintiërs 11:23-26 | God zij gezegend! Laat ons dank bewijzen |
1 Korintiërs 11:23-26 | God zij gezegend, laat ons Hem nu prijzen |
1 Korintiërs 11:23-26 | Het brood dat wij hier eten |
1 Korintiërs 11:23-26 | Hij ging van stad tot stad, Hij sprak |
1 Korintiërs 11:23-26 | Houden wij in gedachtenis |
1 Korintiërs 11:23-26 | Neemt Gods woord met hart en mond |
1 Korintiërs 11:23-34 | Wij geloven met hart en mond |
1 Korintiërs 11:24-34 | Genadig Heer, die al mijn zwakheid weet |
1 Korintiërs 11:25 | Heer, ik liep vast |
1 Korintiërs 11:26 | Als wij dan eten van dit brood (Oosterhuis) |
1 Korintiërs 11:26 | Bij brood en wijn, een liefdemaal |
1 Korintiërs 11:26 | Gezegend Gij, heilige Vader |
1 Korintiërs 11:26 | Het brood in de aarde |
1 Korintiërs 11:26 | Hier ben ik, God. Uw wil te doen is mijn vreugde |
1 Korintiërs 11:26 | Midden in de dood |
1 Korintiërs 11:27 | Om het voedsel ons gegeven |
1 Korintiërs 12 | Geest van de verhoogde Christus |
1 Korintiërs 12 | Hoe leesbaar is ons onderlinge leven |
1 Korintiërs 12 | Hoe wonderbaar is uw besluit |
1 Korintiërs 12 | Steenlichaam |
1 Korintiërs 12 | Vlammen zijn er vele |
1 Korintiërs 12:1-3 | Vertel ons uw naam |
1 Korintiërs 12:1-11 | Blindelings, broeders, werden wij gedreven |
1 Korintiërs 12:1-11 | Dat ik adem, dat ik leef |
1 Korintiërs 12:1-11 | Kijk eens om je heen |
1 Korintiërs 12:1-11 | Tongen, talen, talenten, kom |
1 Korintiërs 12:3 | Uit de hemel worden wij opnieuw geboren |
1 Korintiërs 12:4-11 | Al wat een mens te kennen zoekt |
1 Korintiërs 12:4-11 | Heer, spreek tot mij, opdat mijn stem |
1 Korintiërs 12:7 | Goede geest in ons allen |
1 Korintiërs 12:7-11 | Heilige Geest, Gij hemelhoge |
1 Korintiërs 12:12 | Neem ons leven in uw hand |
1 Korintiërs 12:12-13 | Overal vandaan |
1 Korintiërs 12:12-13 | Zomaar een dak boven wat hoofden |
1 Korintiërs 12:12-27 | Dit is mijn hand en dat mijn voet |
1 Korintiërs 12:12-30 | Kom laat ons deze dag |
1 Korintiërs 12:12-30 | Op wat ons heilig is en leven doet |
1 Korintiërs 12:12-30 | Wij zullen een van ziel zijn lichaam worden |
1 Korintiërs 12:13 | De Geest des Heren heeft |
1 Korintiërs 12:13 | Die licht geeft aan het oog |
1 Korintiërs 12:13 | Geef ons heden |
1 Korintiërs 12:13 | God heeft ons gegeven |
1 Korintiërs 12:13 | In lommerrijke plaatsen leven wij |
1 Korintiërs 12:13 | Kom als een kind, kom naar de stromen |
1 Korintiërs 12:31 | Hoe hoog ook onze wegen gaan |
1 Korintiërs 13 | Al beheers ik alle talen |
1 Korintiërs 13 | Al koe 'k mij rêde yn alle talen |
1 Korintiërs 13 | Al spreek ik met tongen van engelen en mensen |
1 Korintiërs 13 | Al was 't, dat ik de talen |
1 Korintiërs 13 | Al zong op mijn tong wat de hemelen belijden |
1 Korintiërs 13 | Durf jij het nog te zeggen? |
1 Korintiërs 13 | Laat mij een spiegel van Gods liefde zijn |
1 Korintiërs 13 | Liefde is blij zijn |
1 Korintiërs 13 | Liefde is het meeste |
1 Korintiërs 13 | Liefde, eenmaal uitgesproken |
1 Korintiërs 13 | Paulus is op reis gegaan |
1 Korintiërs 13 | U roept ons samen als kerk van de Heer |