Kerkliedwiki bundels.png
Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen!

Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.

Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl
Kerkliedwiki bundels.png Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen! Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.

Op Liturgiewerkplaats.nl bieden we je inspiratie en concrete tips rond kerkmuziek en vieren Abonneer je op de nieuwsbrief.

Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas. Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl

U, Heer, roep ik, U geldt mijn smeken

Uit Kerkliedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Dit lied is niet te vinden in één van de veelgebruikte liedbundels.
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
U, Heer, roep ik, U geldt mijn smeken
Vorm Strofelied
Herkomst
Taal Nederlands
Land Nederland
Periode 20e eeuw
Psalm 141
Schrijver David (volgens opschrift)
Latijnse titel Domine, clamavi
Vulgaat Psalm 140
Berijming Psalmberijming van 1968

U, Heer, roep ik, U geldt mijn smeken is een berijming van Psalm 141 uit de Psalmberijming van 1968. De tekst is van Jan Willem Schulte Nordholt en Jan Wit, op de Geneefse melodie.

Opname beluisteren

<html5media>File:Psalm141.mp3</html5media>

Tekst

De tekst is auteursrechtelijk beschermd en kan daarom hier niet (volledig) worden weergegeven. De woordwolk geeft een indicatie van de taal die in het lied wordt gebruikt.


Dit lied bestaat uit negen strofen. De tekst van de eerste strofe luidt:

 1. U, Heer, roep ik, U geldt mijn smeken,
  snel mij te hulp en hoor mij aan,
  U roep ik, wil mij gadeslaan,
  laat mij uw bijstand niet ontbreken.

Culturele informatie

<videoflash>6mFYODIDMTE|300|150</videoflash>

Literatuur

Toelichting:

  • I.de Sutter: De lofzang van alle tijden, blz.227