Nr. |
Beginregel
|
1 |
Gelukkig, wie niet volgt de slechte raad
|
2 |
Waarom smeden volken plannen
|
3 |
Heer, talrijk is de overmacht
|
4 |
Geef antwoord op mijn biddend vragen
|
5 |
Mijn Koning en mijn God almachtig
|
6 |
O Heer, straf mij niet langer
|
7 |
Heer, mijn God, U bent mijn toevlucht
|
8 |
Heer, onze Heer, hoe heerlijk is op aarde
|
9 |
Met heel mijn hart dank ik U, Heer
|
10 |
Waarom, o Heer, blijft u van verre staan? (de Vries)
|
11 |
Mijn schuilplaats is de Here
|
12 |
Bevrijd ons, Heer, want niemand is gebleven
|
13 |
Hoe lang laat U mij nog alleen?
|
14 |
De dwazen spreken in hun trots gemoed
|
15 |
Wie mag in uw tempel blijven?
|
16 |
Bescherm mij, God, 'k ben veilig slechts bij U
|
17 |
Heer, keur mijn bede niet onwaardig
|
18 |
U heb ik lief, o Here God
|
19 |
Het ruime firmament maakt wijd en zijd bekend
|
20 |
Moge de Here u verhoren
|
21 |
O Heer, de koning is verblijd
|
22 |
Waarom hebt U mij verlaten?
|
23 |
De Heer is mijn herder (ten Kate)
|
24 |
De aarde is, met al wat leeft
|
25 |
'k Hef mijn ziel in vast vertrouwen
|
26 |
God, doe mij recht
|
27 |
God is mijn licht, mijn heil: wie zou ik vrezen?
|
28 |
Heer, mijn rots, ik roep tot U
|
29 |
Leden van het hemels hof
|
30 |
U zal ik loven, trouwe Heer
|
31 |
Bij U, o God, verschuil ik mij
|
32 |
Welzalig hij wiens zonde is vergeven
|
33 |
Zingt vrolijk, looft de naam des Heren
|
34 |
Ik wil de Here altijd danken
|
35 |
Verdedig mij, Heer, in de strijd
|
36 |
De zonde spreekt haar vleiend woord
|
37 |
Wees niet jaloers op wie met God niet leven
|
38 |
O Heer, wil mij toch sparen
|
39 |
Ik dacht: ik zal mijn weg bewaren
|
40 |
Gespannen zocht ik naar de Here
|
41 |
Zalig de mens, die denkt aan armen
|
42 |
Heer, een hert in dorre streken
|
43 |
Doe, Heer, mij recht, wil uitspraak geven
|
44 |
Wij hoorden, Heer, met eigen oren
|
45 |
Mijn hart is vol van woorden
|
46 |
Een toevlucht is de Heer
|
47 |
Juicht, o volken, juicht
|
48 |
De Heer is groot, een lofzang waard
|
49 |
Luister nu allen, volken zonder tal
|
50 |
De God, die boven alle goden staat
|
51 |
Wees mij genadig, toon uw goedheid, Heer
|
52 |
Waarom, o man zo sterk en machtig
|
53 |
De dwaze mensen denken in hun hart
|
54 |
Mijn God, bevrijd mij, hoor mij klagen
|
55 |
Mijn God, wil naar mijn smeken horen
|
56 |
Wees mij genadig, Heer, heb medelijden
|
57 |
Heb medelijden en erbarming, Heer
|
58 |
Zeg, machtigen der wereld
|
59 |
O God, bevrijd mij van de macht
|
60 |
O God, hoe hebt u ons bedroefd
|
61 |
Hoor toch, o God, mijn smeking aan
|
62 |
Voorwaar ik keer mij stil tot God
|
63 |
U bent mijn God, U blijf ik zoeken
|
64 |
Mijn God, wil naar mijn klagen horen
|
65 |
De lofzang klinkt uit Sions zalen
|
66 |
Juich, aarde, juich, laat blij weergalmen
|
67 |
O God, bewijs ons uw genade
|
68 |
De Heer staat op in majesteit
|
69 |
Red mij, o God, het water stijgt te hoog
|
70 |
Heer God, kom spoedig mij bevrijden
|
71 |
U bent mijn schuilplaats
|
72 |
Geef aan de koning, Heer der heren
|
73 |
Ja, God is goed voor Israël (Muns)
|
74 |
Waarom, o God verstoot U voor altijd
|
75 |
U alleen, U loven wij (Hasper)
|
76 |
Heel Juda kent Gods naam en eer
|
77 |
Laat mijn klacht ten hemel stijgen!
|
78 |
Hoor toch, mijn volk
|
79 |
O heilige God, er zijn vreemden gekomen!
|
80 |
O herder, die uw volk wilt leiden
|
81 |
Jubelt voor de Heer
|
82 |
Zie, God staat op en spreekt de goden aan
|
83 |
O God, zwijg niet, blijf toch niet stil
|
84 |
Hoe lief'lijk is uw huis, o Heer!
|
85 |
U was begaan, Heer, met uw volk
|
86 |
Hoor mij, Heer, wil antwoord zenden
|
87 |
Op heil'ge bergen ligt een stad
|
88 |
Heer God, mijn redder
|
89 |
'k Zal eeuwig roemen, Heer
|
90 |
O eeuw'ge Heer, U was met kracht
|
91 |
Zalig wie schuilt bij God, de allerhoogste
|
92 |
O God, Allerhoogste
|
93 |
De Heer regeert met koninklijk gezag
|
94 |
Heer, die recht van wreken heeft
|
95 |
Komt laat ons juichen voor de Heer
|
96 |
Zingt voor de Heer het nieuwe lied
|
97 |
De Heer alleen regeert
|
98 |
Zingt nu een nieuw lied voor de Here
|
99 |
God is koning, hoog verheven
|
100 |
Juicht aarde! Juicht alom de Heer!
|
101 |
Van goedertierenheid en recht wil ik nu zingen
|
102 |
God, luister naar mijn bidden
|
103 |
Loof, loof de Heer, mijn ziel
|
104 |
Heer, ik wil U danken
|
105 |
Loof, loof verheugd de Heer der heren
|
106 |
Prijst nu de Heer, want Hij is goed
|
107 |
Dankt nu de Heer krachtdadig
|
108 |
Nu ben ik veilig, God, ik ben gerust
|
109 |
O God, ik loof U, zwijg niet langer
|
110 |
Zo heeft de Here tot mijn Heer gesproken
|
111 |
Looft, halleluja, looft de Heer
|
112 |
Geluk zal ieder mens beleven
|
113 |
Geeft ere de Here, wilt Gods naam vereren
|
114 |
Toen Is'rel uit Egypte kwam
|
115 |
Niet ons, niet ons, maar aan uw naam de eer
|
116 |
God heb ik lief, want die getrouwe Heer (De Vries)
|
117 |
Looft, alle volken, looft de Heer
|
118 |
Laat ieder 's Heren goedheid prijzen (Muns)
|
119 |
Gezegend zij die blijven op het pad
|
120 |
In nood roep ik de Heer om kracht
|
121 |
Ik zie omhoog naar 't bergmassief
|
122 |
Wat was ik blij toen men mij zei
|
123 |
Mijn pelgrimstocht voert tot uw troon
|
124 |
Als God de Heer niet met ons was
|
125 |
Wie op de Heer vertrouwt
|
126 |
Jeruzalem, door God hersteld
|
127 |
Wanneer de Heer het huis niet bouwt (Nijland)
|
128 |
Wie nu de Heer wil vrezen
|
129 |
Hoe zij ook tegenwerkten
|
130 |
Uit diepten van ellende roep ik om hulp
|
131 |
O Heer, er is geen trots in mij
|
132 |
Heer, denk aan David, wat hij heeft gedaan
|
133 |
Hoe heerlijk en hoe goed is eendracht
|
134 |
Komt allen, dienaars van de Heer
|
135 |
Looft de Here, prijst zijn naam
|
136 |
Loof de Heer, want Hij is goed (Hoekstra)
|
137 |
Aan Babels stromen zaten wij
|
138 |
Ik zal met heel mijn hart uw eer
|
139 |
Heer, U doorgrondt mij van omhoog
|
140 |
Heer, red mij van de boze mensen
|
141 |
Heer, kom toch snel, ik roep tot U
|
142 |
Tot God, de Here, roep ik luid
|
143 |
Heer, hoor naar mijn gebed en klacht
|
144 |
Gelukkig is het land, dat God, de Heer, regeert
|
145 |
Mijn God en Koning, allerhoogste Heer
|
146 |
Halleluja, prijs de Here, loven wil ik levenslang!
|
147 |
Ja, het is goed de Heer te zingen,
|
148 |
Zing, heel de hemel, God, de Heer
|
149 |
Zing God een nieuw lied
|
150 |
Looft God, looft zijn naam alom!
|
151 |
O kom, o kom, Immanuel (Hasper)
|
152 |
Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen
|
153 |
Haast is de nacht voorbij, de morgen is niet ver
|
154 |
Die waarlijk mens geworden zijt
|
155 |
Hoe zal ik U ontvangen
|
156 |
Straks komt de lang verwachte Zoon
|
157 |
Scheur nu de hemel open, daal op aarde neer!
|
158 |
De dag van vertroosting komt haastig nabij
|
159 |
Van harte zing ik God, de redder uit mijn lot
|
160 |
Heer, hoe zal ik U ontmoeten?
|
161 |
Daar is uit 's werelds duist're wolken
|
162 |
Heft aan, heft aan een luide zang
|
163 |
Ik buig mij voor Uw kribbe neer
|
164 |
Nu kunt U mij, uw knecht
|
165 |
Ere zij God
|
166 |
't Licht van de wereld is reddend verschenen
|
167 |
Komt, verwondert u hier mensen!
|
168 |
Nimmer blonk een schoner licht
|
169 |
Komt allen te zamen, komt, verheugd van harte (Hasper)
|
170 |
O Kindeke klein, o Kindeke teer
|
171 |
Heerlijk klonk het lied der eng'len
|
172 |
In Bethlehems stal lag Christus de Heer
|
173 |
Laat heel de wereld nu verstaan
|
174 |
Hoor de eng'len zingen d'eer
|
175 |
U kwam voor mij op aard', kind in een stal
|
176 |
Prijs de Heer die herders prijzen
|
177 |
Eer zij God in onze dagen
|
178 |
Looft God, gij christ'nen, maakt Hem groot
|
179 |
't Gebeurde eens in Bethlehem
|
180 |
Stille nacht, heil'ge nacht!
|
181 |
Wij gaan met haast naar Bethlehem
|
182 |
Komt ons in diepe nacht ter ore
|
183 |
Nu zijt wellekome!
|
184 |
God in ons midden
|
185 |
Komt nu, gij herders, gij allen tezaam
|
186 |
Wij trekken in een lange stoet
|
187 |
Het kleine stadje Bethlehem
|
188 |
Kind dat God aan ons gaf
|
189 |
Christus verscheen in 't duister van de wereld
|
190 |
Hoort naar dit woord: God is gevonden
|
191 |
Wie had er ooit een kind verwacht
|
192 |
Er is een kindeke geboren op aard'
|
193 |
In de stad van koning David
|
194 |
Mijn verlosser hangt aan 't kruis
|
195 |
Alle roem is uitgesloten
|
196 |
Heer, ik kom tot U ootmoedig
|
197 |
Aanschouw ik 't wonderbare kruis
|
198 |
Nu valt de nacht. Het is volbracht
|
199 |
Hij kwam bij ons, heel gewoon
|
200 |
Is dat, is dat mijn koning
|
201 |
't Is middernacht, en in de hof
|
202 |
Jezus, leven van mijn leven
|
203 |
Lam Gods, dat om de zonde
|
204 |
Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten
|
205 |
Vol verlangen, in gebeden
|
206 |
Op die heuvel daarginds
|
207 |
O heilig lam van God
|
208 |
O hoofd vol bloed en wonden
|
209 |
O lam, dat lijdt en duldt en draagt de straf
|
210 |
Heft op uw hoofden
|
211 |
Glorie aan Jezus, opgestane Heer
|
212 |
Christus, onze Heer verrees
|
213 |
Wees gegroet, o eersteling der dagen
|
214 |
Ik zeg het allen, dat Hij leeft
|
215 |
Daar juicht een toon, daar klinkt een stem
|
216 |
Christus is nu opgestaan. Halleluja!
|
217 |
Halleluja, halleluja! Zie op Jezus onze Heer
|
218 |
Halleluja, laat ons loven
|
219 |
Ik weet, dat mijn Verlosser leeft
|
220 |
In een donker graf gevangen
|
221 |
Vroeg op de zondag komt ze snel nader
|
222 |
Jezus is ons licht en leven!
|
223 |
Mijn meester is verrezen
|
224 |
Zing met ons mee uit alle macht
|
225 |
Sta op in eenheid met de Heer
|
226 |
Geprezen wordt nu Christus' naam!
|
227 |
Gouden harpen ruisen
|
228 |
Op een lichte wolkenwagen
|
229 |
O Christus, doe uw vuur ontbranden
|
230 |
Ja, de trooster is gekomen!
|
231 |
Geest van God, vervul mijn hart
|
232 |
Bidt, broeders, om de Geest des Heren
|
233 |
Geest van hierboven, leer ons geloven
|
234 |
Hoort het ruist in alle sferen
|
235 |
Het is niet waar, dat Gij ons hebt verlaten
|
236 |
De Geest des Heren heeft een nieuw begin gemaakt
|
237 |
Spreek mij van Jezus, mijn Heiland
|
238 |
Waar God de Heer zijn schreden zet
|
239 |
God heeft eens Zijn woord gesproken
|
240 |
Overal, in ieder oord
|
241 |
God heeft het eerste woord
|
242 |
Here Jezus om uw woord
|
243 |
In den beginne was het Woord, God die
|
244 |
Wij geven het niet over voor geld of eer of goed
|
245 |
Vreugde, vreugde, louter vreugde
|
246 |
Als eens in Eden werd het weer morgen
|
247 |
De zon met haar stralen
|
248 |
Zingt vrolijk voor de grote God
|
249 |
Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam
|
250 |
O God van hemel, zee en aard
|
251 |
Aan U behoort, o Heer der heren
|
252 |
Ik zie in zoveel dingen de vingers van Gods hand
|
253 |
Kijk naar de sterren en kijk naar de maan
|
254 |
O Schepper, op uw woord
|
255 |
Bezingt de macht van Jezus' naam
|
256 |
Al verlaten mij mijn ouders
|
257 |
Al was 't dat ik de talen van mens en engel sprak
|
258 |
Al wie dorst heeft, kom tot Mij!
|
259 |
Als God al voor de zijnen kiest
|
260 |
Hij leidt ons dwars door de woestijn
|
261 |
Jezus die langs het water liep
|
262 |
De grote dag breekt weldra aan
|
263 |
Heb de Heer, uw God, nu lief
|
264 |
Luister naar de vreugdeklanken
|
265 |
Een goede herder is de Heer
|
266 |
Heer der heren, uw rijk kome
|
267 |
Het dorre land zal juichen en bloeien als een roos
|
268 |
Hoe kan ik ooit de minste zijn
|
269 |
Hoort! Een woord van eeuwig leven
|
270 |
Jezus is het levend manna
|
271 |
Laat die gezindheid bij u zijn
|
272 |
Laat ons niet langer vrezen voor oordeel, nood of pijn
|
273 |
O Heer, geef elke dag uw brood
|
274 |
Loof de Heer, want Hij is goed (Hoekstra)
|
275 |
Tijd van vloek en tijd van zegen
|
276 |
Nader, mijn God, bij U, steeds naderbij
|
277 |
Vrede zij u, vrede zij u
|
278 |
O volk, verdwaald verloren
|
279 |
Vergeef ons onze schuld, o Heer
|
280 |
Onze Vader in de hemel
|
281 |
Op de tweesprong van het hart
|
282 |
Uw naam, o Vader, wereldwijd verheven
|
283 |
Zie, Gods liefde is onmeetbaar
|
284 |
Vader in de hemel, heilig is Uw naam
|
285 |
Uw wil geschiede, Heer
|
286 |
Wees nu krachtig in de Heer
|
287 |
Wie zijn het die daar komen
|
288 |
Aan mijn tafel is nog plaats voor een Gast
|
289 |
Als de dag van Jezus Christus, onze Heer
|
290 |
Boven ons bidden en denken zal 't lichten
|
291 |
De Geest zegt: Hij komt spoedig
|
292 |
Christus regeert straks wereldwijd
|
293 |
Als hier op aarde mijn werk is gedaan
|
294 |
Christus mijn Heiland verschijnt in Gods licht
|
295 |
Jeruzalem, o eeuw'ge gouden stad
|
296 |
Eens breekt in mij het zilv'ren koord
|
297 |
Jezus kom! Jezus, kom!
|
298 |
Hoor een heilig koor van stemmen
|
299 |
Vol verwachting blijf ik uitzien
|
300 |
Ik kom met haast, roept Jezus' stem
|
301 |
De Heer verschijnt te middernacht!
|
302 |
Wij weten het uur niet, dat Jezus ziet keren
|
303 |
En zij komen van oost en zij komen van west
|
304 |
Eens zal de dag vol blijdschap zijn
|
305 |
Er is een overheerlijk land
|
306 |
Eens, als de bazuinen klinken
|
307 |
Jezus leeft in eeuwigheid
|
308 |
Ik zie een poort wijd open staan
|
309 |
'k Ben reizend naar die stad
|
310 |
In een punt van de tijd zal Hij komen
|
311 |
O, denk aan het huis bij de Heer
|
312 |
Zullen wij ook eenmaal komen
|
313 |
Nu Christus regeert, is mijn ik van de troon
|
314 |
Wij hebben een heerlijke Koning
|
315 |
Christus bouwt zijn rijk met vrede
|
316 |
Wij zijn op reis naar de hemel
|
317 |
Abba, Vader, U alleen
|
318 |
Heer, God, U loven wij
|
319 |
Bron van licht en leven
|
320 |
Dankt, dankt nu allen God!
|
321 |
Geeft Jezus eer
|
322 |
Dankt, dankt de Heer!
|
323 |
Dank U voor deze nieuwe morgen
|
324 |
De nacht verdween, 't is helder dag!
|
325 |
Geprezen zij de Heer
|
326 |
Gij dienaars van Hem
|
327 |
God, U bent groot in al wat u deed
|
328 |
Geprezen is God op zijn heilige troon
|
329 |
Gods eigen Zoon kwam tot ons op aard'
|
330 |
Getrouw is God
|
331 |
Heer, uw licht en uw liefde schijnen
|
332 |
Prijst Hem, prijst Hem (de Vries)
|
333 |
Eer komt toe aan God de Vader
|
334 |
Grote God, wij loven U
|
335 |
Heilig, heilig, heilig (Eijer)
|
336 |
Heerlijk is uw naam
|
337 |
Jezus, voor U is alle eer
|
338 |
Mijn God, ik zal u verhogen
|
339 |
Majesteit
|
340 |
Kroon Hem met koningskroon
|
341 |
O Heer, mijn God, wanneer ik in verwond'ring
|
342 |
Heilige Vader, zo lief had U de wereld
|
343 |
Komt nu met zang van zoete tonen
|
344 |
Komt laat ons zingen al te zaam
|
345 |
Koning Jezus, wij verhogen U
|
346 |
Looft de Here, prijst zijn daden
|
347 |
Machtig God, sterke Rots
|
348 |
Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed
|
349 |
O, liefde Gods, oneindig groot, ver boven ons verstand
|
350 |
Lof zij de Heer, de almachtige koning der ere
|
351 |
Loof de Koning, heel mijn wezen
|
352 |
Lof, eer en macht en heerlijkheid
|
353 |
Jezus, mijn Heiland, krachtig is uw liefde
|
354 |
Mijn Jezus, ik hou van U
|
355 |
Prijst nu de Heer, de glorie van zijn macht
|
356 |
Samen in de naam van Jezus
|
357 |
Verblijdt u in Jezus, uw Heer
|
358 |
Voor Uw liefde, Heer Jezus
|
359 |
Wie is als God, de hoogste Heer?
|
360 |
Wij knielen voor uw zetel neer
|
361 |
Wij prijzen U, God, voor de komst van uw Zoon
|
362 |
Wijsheid en goedheid
|
363 |
Zingt een nieuw lied, alle landen
|
364 |
Zingt een nieuw lied voor de koning
|
365 |
O, had ik duizend tongen meer
|
366 |
Ik bid U aan, o God van mensen
|
367 |
Ik wil zingen van mijn Heiland
|
368 |
Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht
|
369 |
In de armen van mijn Heiland
|
370 |
Als Gij, o Heer, mijn leven beoordeelt
|
371 |
In diepe diepten van geluk
|
372 |
Gezegende Jezus, uw leven in 't hart
|
373 |
Heel mijn leven geef 'k aan Jezus
|
374 |
Ga nu uw gang, Heer
|
375 |
O kom in mijn hart, Heer Jezus
|
376 |
Zoals ik ben, 'k pleit anders niet
|
377 |
Daar is een Helper, groot van kracht
|
378 |
Aanschouw de Schepper van 't heelal
|
379 |
Bouw op God, verwacht Zijn zegen
|
380 |
Beveel gerust uw wegen, al wat uw leven deert
|
381 |
De Heer is mijn licht en Zijn liefde is mijn steun
|
382 |
Als Hij maar van mij is
|
383 |
Diep, diep, Heer, aan uw voeten
|
384 |
Een vaste burcht is onze God, een bolwerk
|
385 |
Een wondere Heiland is Jezus, mijn Heer
|
386 |
Elk uur, elk ogenblik
|
387 |
Er zijn geheimen die je God kunt zeggen
|
388 |
Er komen stromen van zegen
|
389 |
Ik geloof in God de Vader, die, almachtig, wijs en goed
|
390 |
Genade Gods, verrassend goed
|
391 |
Groot is uw trouw, o Heer
|
392 |
Ga mij niet voorbij, o Heiland
|
393 |
God is mijn licht, mijn zielsbehoud
|
394 |
Heel de weg leidt mij mijn Heiland
|
395 |
In tijden van nood
|
396 |
Heeft Hij ons bidden opgevangen
|
397 |
Ik heb de vaste grond gevonden
|
398 |
Ik weet niet waarom Gods genâ
|
399 |
'k Heb Jezus lief! Hij is mijn God en Heer
|
400 |
Jezus' liefde draagt mijn leven
|
401 |
Jezus, U mijn kracht en leven
|
402 |
Maak mij uw dienaar, Heer
|
403 |
Kortstondig zijn wij als het koren
|
404 |
Laat de twijfel in mij zwijgen
|
405 |
Mij is erbarming overkomen
|
406 |
Liefde boven elke liefde
|
407 |
Vertrouw op God, die aard' en hemel schiep
|
408 |
Leid, goede herder, leid ons
|
409 |
Met een eeuw'ge liefdeband
|
410 |
't Scheepje onder Jezus' hoede
|
411 |
O hoe diep is Jezus' liefde
|
412 |
Nader, mijn God, bij U, steeds naderbij
|
413 |
Mijn Jezus, als aan U ik denk
|
414 |
Wat een omkeer heeft God in mijn leven gebracht
|
415 |
O, wat een zekerheid werd mijn deel
|
416 |
Wie in nood gezeten
|
417 |
Op bergen en in dalen
|
418 |
U biedt, Heer Jezus, rust mij aan
|
419 |
Ster die 'k mag aanschouwen
|
420 |
Zo lief had God de wereld
|
421 |
Wij hebben de verlossing
|
422 |
Van U zijn alle dingen
|
423 |
Zijn liefde zocht mij teder
|
424 |
Vaste rots van mijn behoud
|
425 |
Waar God, de Heer het leven leidt
|
426 |
U heb ik lief, mijn God en Vader
|
427 |
Wilt u weten waarom Jezus meer dan alles is voor mij
|
428 |
Wie zou ik zonder mijn Heer zijn geweest
|
429 |
U bent gedoopt in Christus naam
|
430 |
O goede dag van Jezus' dood
|
431 |
Zo vrolijk als een vlinder
|
432 |
Eens op aarde sprak de Heiland
|
433 |
In de pracht van taal en teken
|
434 |
Heiland, 'k heb uw stem vernomen
|
435 |
De Here zoekt heden die mens zonder toekomst
|
436 |
O machtige Heer, die de wateren draagt
|
437 |
O, zee van Gods liefde
|
438 |
Wij staan, Heer, in gedachten
|
439 |
Wij bidden: Onze Vader
|
440 |
Het heilig avondmaal, als Gods verlossingswoord
|
441 |
Brood uit de hemel, voor allen gebroken
|
442 |
Gedenken wij dankbaar de daden
|
443 |
Gaf Jezus ook voor mij Zijn bloed
|
444 |
Houden wij in gedachtenis het Woord
|
445 |
U mag ik kennen, o Heer
|
446 |
Wij willen, Heer, uw dood belijden
|
447 |
O God, die droeg het voorgeslacht
|
448 |
Bijeen geroepen uit onze huizen
|
449 |
De kerk van alle tijden
|
450 |
Bewaar de eenheid van Gods Geest
|
451 |
Denk aan 't geloof van 't voorgeslacht
|
452 |
Geroepen door de Heer die leeft
|
453 |
Gemeenschap en gemeente
|
454 |
Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven (Oosterhuis)
|
455 |
Aan wat op aarde leeft
|
456 |
Heer Jezus, sluitsteen der gemeente
|
457 |
God is tegenwoordig, God is in ons midden (Schulte Nordholt)
|
458 |
Heer, wat een voorrecht om in liefde te gaan
|
459 |
Door de nacht van strijd en zorgen
|
460 |
De dag, door U aan ons gegeven
|
461 |
Gezegend is de band die ons aan God verbindt
|
462 |
God maakt ons dienstbaar aan zijn werk
|
463 |
Hier in uw huis zijn wij saamgekomen
|
464 |
De koninkrijken dezer aard
|
465 |
Heer Jezus, U roept ons bijeen
|
466 |
In Christus is geen oost en west
|
467 |
Voor alle heil'gen in de heerlijkheid
|
468 |
Wij zingen van genade
|
469 |
U is altijd mijn hart gewijd
|
470 |
Weest paraat N-B-J-B-ers
|
471 |
Heer ik geef m' aan u volkomen
|
472 |
In het centrum van mijn hart, Heer
|
473 |
O Lam van God, voor mij op aard' gekomen
|
474 |
O Heer, die mij hebt vrijgekocht
|
475 |
Ik wandel in het licht met Jezus
|
476 |
Wij hebben een machtige Heiland
|
477 |
Heiland, U bracht eens verlossing voor mij
|
478 |
Heer, leer m' uw wil verstaan
|
479 |
Laten wij met Jezus wand'len
|
480 |
Vader, leid mij dag aan dag
|
481 |
Komt, laat ons voortgaan, kind'ren
|
482 |
Ik geloof en daarom zing ik
|
483 |
'k Moet de Heiland met mij hebben
|
484 |
Leid mij Heer, o machtig Heiland
|
485 |
Laat m' in U blijven, groeien, bloeien
|
486 |
Wie hier om Jezus' wille verlaten
|
487 |
Meester, men zoekt U wijd en zijd
|
488 |
Buiten U, o Heer, kan mijn ziel niet leven
|
489 |
Lieve Heer, Gij zegt 'kom' en ik kom
|
490 |
U behoort geheel mijn leven
|
491 |
Door de wereld gaat een woord
|
492 |
Neem mijn leven, laat het Heer
|
493 |
Wat de toekomst brengen moge
|
494 |
Voorwaarts, Christenstrijders
|
495 |
Wandel vertrouwend maar achter Hem aan
|
496 |
Dierb're Heiland, mijn verlosser
|
497 |
God, ik wil op U vertrouwen
|
498 |
Wie zich eens gaf aan Jezus
|
499 |
Strijd elke dag de goede strijd!
|
500 |
Heer, wij staan hier voor uw zaak
|
501 |
Neem de naam van Jezus mede
|
502 |
Ik wil jou van harte dienen
|
503 |
Almachtig God, o heilig God
|
504 |
Als een herder wil God omzien
|
505 |
U geldt de zaak, uw roem en eer
|
506 |
Wij hebben een woord voor de wereld
|
507 |
Christus zoekt naar al die mensen
|
508 |
Is uw leven voor and'ren ten zegen
|
509 |
Grijp toch de kansen
|
510 |
Heerlijk evangeliewoord
|
511 |
Geen wereld vol van zonden
|
512 |
Mij wil de Heiland gebruiken
|
513 |
Kind'ren Gods, de dag gaat lichten
|
514 |
Verlosser, redder, Heer, moog' onze tong U prijzen
|
515 |
Heer der wereld, grote dingen
|
516 |
Wij loven Jezus, die in ons bestaan leefde
|
517 |
Als het leven pijn doet
|
518 |
Nooit zag 'k een vriend
|
519 |
Droog met uw wind mijn tranen
|
520 |
Als ik maar weet, dat hier mijn weg
|
521 |
Lof, lof aan God, de herder van ons, mensen
|
522 |
Er is één weg die uit de diepte leidt
|
523 |
Laat ons nu vrolijk zingen!
|
524 |
Ga niet alleen door 't leven
|
525 |
O Jezus Christus, licht ze bij die leven
|
526 |
O Heer, die onze Vader zijt
|
527 |
Geef de Heiland 't roer in handen
|
528 |
Geef uw lot in handen van uw Vader
|
529 |
Wij slaan de armen om elkaar
|
530 |
Heer, U bent mijn eeuwig erfdeel
|
531 |
Veilig in Jezus' armen
|
532 |
Meer dan een moeder troost Hij mij
|
533 |
Geprezen zij de Here
|
534 |
Wat een vriend is onze Jezus
|
535 |
Weet wie je bent: jij bent uniek
|
536 |
Als de zon gaat dalen en de schaduw groeit
|
537 |
Verbazing grijpt ons allen aan
|
538 |
Als een hert dat verlangt naar water
|
539 |
God is hier, Hij wil ons zeeg'nen
|
540 |
Blijf mij nabij, wanneer het avond is
|
541 |
Heer ik hoor van rijke zegen
|
542 |
Schenk mij vergeving, Heer
|
543 |
Doorgrond mijn hart
|
544 |
Vader, vol van vrees en schaamte
|
545 |
Heer, help mij winnen
|
546 |
Vader 'k wil U danken
|
547 |
Ga met mij mee, o Heer
|
548 |
Geef vrede, Heer, geef vrede
|
549 |
Wij willen danken en bidden
|
550 |
Heer, wees mijn gids
|
551 |
Heft uw harten tot God omhoog
|
552 |
Leer mij uw weg, o Heer
|
553 |
'k Wil U, o God, mijn dank betalen
|
554 |
Leid, vriend'lijk licht, mij als een trouwe wacht
|
555 |
Kyrie eleison
|
556 |
O uur van intensief gebed
|
557 |
Wij bidden voor de overheid, regering, parlement
|
558 |
Heer neem mijn hand, ik ben zo moe en kwetsbaar
|
559 |
Vader, wil ons thans vereren met uw tegenwoordigheid
|
560 |
Houd U mijn handen beide met kracht omvat
|
561 |
Christus is het leven, sterker dan de dood
|
562 |
Is hier een hart, door vrees verward
|
563 |
O, wat zegt uw hart van Jezus
|
564 |
Vriend'lijk, zachtmoedig roept Jezus de zijnen
|
565 |
Ontwaak nu, wie slaapt, zo spreekt God
|
566 |
Wilt u van zonde en schuld zijn verlost?
|
567 |
Ga niet naar huis zonder Jezus
|
568 |
De trouwe Heiland is nabij
|
569 |
Wij willen graag vertellen
|
570 |
Ik heb een Heiland
|
571 |
De stem van Jezus klonk zo schoon
|
572 |
Kom tot Uw Heiland, wacht langer niet
|
573 |
Zie Ik, de Heer, sta aan de deur
|
574 |
Hebt u tijd en plaats voor Jezus
|
575 |
Er ruist langs de wolken
|
576 |
Ga naar Jezus, Hij wil zorgen
|
577 |
De zegen van de Heer uw God
|
578 |
God heeft Adam diep doen slapen
|
579 |
Eens was in de hof van Eden
|
580 |
Wij bidden om uw zegen, Heer
|
581 |
God die in het begin uit aarde
|
582 |
Wij loven U, o God en Heer
|
583 |
Ga verder nu, niet twee maar één
|
584 |
Er is een Verlosser
|
585 |
Wij, zusters, hier samengekomen (NBVB-lied)
|
586 |
Gelijk een landman
|
587 |
Geef ons, Heer, uw gunst tot geven
|
588 |
't Jaar heeft haast zijn loop volbracht
|
589 |
Wilhelmus van Nassouwe
|
590 |
De gena van Jezus Christus
|
591 |
Zegen ons Algoede
|
592 |
Moge God u voorspoed geven
|
593 |
Ach, blijf met Uw genade
|
594 |
Daal bij 't huiswaarts gaan uw zegen
|
595 |
Genade wensen wij en vrede van de Heer
|
596 |
Zie onze kind'ren tot U gaan
|
597 |
Zie nu gelovig naar omhoog
|
598 |
In de holte van Gods hand
|