Jesaja 6:3 | Heilig, heilig, heilig (Borkent) |
Jesaja 6:3 | Heilig, heilig, heilig bent U, Heer |
Jesaja 6:3 | Ontzagwekkend is uw heiligheid |
Jesaja 6:3 | Sanctus XVIII |
Jesaja 6:3 | Vul dit huis met Uw glorie |
Jesaja 6:3 | Wij loven U, o God, belijden U als Heer |
Jesaja 6:3 | Zing voor zijn naam |
Jesaja 6:5-9 | Heer, och zend de spade regen |
Jesaja 6:7 | Neem mijn leven, laat het, Heer |
Jesaja 6:8 | Schepper God, U die alles adem geeft |
Jesaja 6:13 | Uit staat en stand en wijsheid losgewoeld |
Jesaja 7 | Immanuel |
Jesaja 7:1-17 | Geen teken wenste Achaz van zijn God |
Jesaja 7:1-17 | God is ons mensen heel nabij |
Jesaja 7:10-14 | Het zal geschieden in de laatste dagen |
Jesaja 7:14 | De nacht loopt ten einde |
Jesaja 7:14 | Geen windvlaag van buiten |
Jesaja 7:14 | Gij die aangeroepen wordt |
Jesaja 7:14 | Immanuël, Immanuël |
Jesaja 7:14 | Komt ons in diepe nacht ter ore |
Jesaja 7:14 | O kom, o kom, Immanuël |
Jesaja 7:14 | O wijsheid, daal als vruchtbare taal |
Jesaja 7:14 | Talloos de liederen, talloos |
Jesaja 7:14 | Wat heeft Maria ons bewaard |
Jesaja 7:14 | Zijn machtig Woord doet onze God |
Jesaja 8:22 | Op de dag toen de wereld nog woestijn was |
Jesaja 8:23 | De nacht is haast ten einde |
Jesaja 8:23 | De nacht is ver gevorderd |
Jesaja 8:23 | Een stad van vrede zoeken wij |
Jesaja 8:23 | Een ster gaat op te middernacht |
Jesaja 9 | Het volk dat woont in Galilea |
Jesaja 9 | Kom tot ons, scheur de hemelen, Heer |
Jesaja 9 | O Heiland, open wijd de poort |
Jesaja 9:1 | Een schoot van ontferming is onze God |
Jesaja 9:1 | Er is een roos ontloken |
Jesaja 9:1 | God zij geloofd uit alle macht |
Jesaja 9:1 | Ha jim it al fernommen? |
Jesaja 9:1 | Heer van leven en van dood |
Jesaja 9:1 | Lof aan de God van Israël |
Jesaja 9:1 | Ontmoeten wil ik het volmaakte licht |
Jesaja 9:1 | Soms breekt uw licht |
Jesaja 9:1 | Wij woonden in het duister |
Jesaja 9:1-2 | Op de dag toen de wereld nog woestijn was |
Jesaja 9:1-5 | De nacht loopt ten einde |
Jesaja 9:1-5 | Er komt gehoor voor onze nood |
Jesaja 9:1-5 | Het zal geschieden in de laatste dagen |
Jesaja 9:1-5 | In die dagen - Klein Kerstoratorium |
Jesaja 9:1-5 | Nu daagt het in het oosten |
Jesaja 9:1-6 | Al wie dolend in het donker |
Jesaja 9:1-6 | Betlehem, o uitverkoren |
Jesaja 9:1-6 | Daar is uit 's werelds duist're wolken |
Jesaja 9:1-6 | De mensen die gaan in het duister |
Jesaja 9:1-6 | De nacht is haast ten einde |
Jesaja 9:1-6 | De nacht is ver gevorderd |
Jesaja 9:1-6 | Een stad van vrede zoeken wij |
Jesaja 9:1-6 | Een ster gaat op te middernacht |
Jesaja 9:1-6 | Er is uit 's werelds duistere wolken |
Jesaja 9:1-6 | Foar it folk dat yn 'e nacht rûn |
Jesaja 9:1-6 | Halleluja, halleluja, halleluja |
Jesaja 9:1-6 | Het volk dat wandelt in het duister |
Jesaja 9:1-6 | In de duisternis verwachten wij |
Jesaja 9:1-6 | Tastend langs de wand als blinden |
Jesaja 9:1-6 | Van grond en vuur zult Gij ons maken |
Jesaja 9:1-6 | Verkondig alle mensen |
Jesaja 9:1-6 | Waarom leven de volken |
Jesaja 9:1-6 | Wie nog wonen in de nacht |
Jesaja 9:1-12 | Uit het duister hier gekomen |
Jesaja 9:2-3 | Laat onze woorden stijgen |
Jesaja 9:3 | Dit overkwam Jesaja de profeet |
Jesaja 9:4 | Uit chaos, vuur en rotsen |
Jesaja 9:5 | Als wij samen U aanbidden |
Jesaja 9:5 | Door het geloof zien wij Gods hand |
Jesaja 9:5 | Een kind is ons geboren |
Jesaja 9:5 | Elke dag wil ik zingen van uw liefde |
Jesaja 9:5 | Heden zult gij zijn glorie aanschouwen |
Jesaja 9:5 | In de aardeduistere nacht |
Jesaja 9:5 | Kind ons geboren, zoon ons gegeven (Oosterhuis) |
Jesaja 9:5 | Kwam van Godswege |
Jesaja 9:5 | Want een Kind is ons geboren |
Jesaja 9:5 | Want een kind is ons geboren (Zimmer) |
Jesaja 9:5 | Want een kind is ons geboren |
Jesaja 9:5-6 | Een koning die regeert |
Jesaja 9:5-6 | Eeuwig Woord, U willen wij bezingen |
Jesaja 9:5-6 | Er is een roos ontsprongen |
Jesaja 9:6 | U, Heiland, bent een handelaar |
Jesaja 9:6-7 | Wij wachten op de koning |
Jesaja 10 | Jesaja van Jeruzalem |
Jesaja 10:33 | Hij die de hoge bomen |
Jesaja 11 | God heeft de stam besneden |
Jesaja 11 | Jesaja van Jeruzalem |
Jesaja 11 | Laat al wat leeft de Here prijzen |
Jesaja 11 | Waarom heb je God vergeten |
Jesaja 11:1 | De nacht loopt ten einde |
Jesaja 11:1 | Kom tot ons, scheur de hemelen, Heer |
Jesaja 11:1 | O Heiland, open wijd de poort |
Jesaja 11:1 | Zijn machtig Woord doet onze God |
Jesaja 11:1-2 | Een rijsje voortgekomen |
Jesaja 11:1-5 | 't Verlangen had nu lang gewacht |
Jesaja 11:1-10 | Aan U, Heer, brengen wij de dank |
Jesaja 11:1-10 | De wortel bloeit, de stam loopt uit |
Jesaja 11:1-10 | Een rijsje is ontsproten |
Jesaja 11:1-10 | Er is een roos ontloken |
Jesaja 11:1-10 | Er is een roos ontsprongen |
Jesaja 11:1-10 | God heeft gesproken in de tijd |
Jesaja 11:1-10 | Het zal geschieden in de laatste dagen |
Jesaja 11:1-10 | Hij die de hoge bomen |
Jesaja 11:1-10 | O kom, o kom, Immanuël |
Jesaja 11:1-10 | O wijsheid, daal als vruchtbare taal |
Jesaja 11:1-10 | Ook de dieren mogen vieren |
Jesaja 11:1-10 | Veel hoger dan Abraham klom |
Jesaja 11:1-10 | Verkondig alle mensen |
Jesaja 11:2 | Kom Schepper God, o heilige Geest |
Jesaja 11:2 | Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer |
Jesaja 11:2 | O Schepper, Geest, woon in uw kerk |
Jesaja 11:2 | Wij wachten op de Geest beloofd |
Jesaja 11:4 | Beklim de hoogste bergen |
Jesaja 11:5 | Wij die met eigen ogen |
Jesaja 11:6-7 | Dromen in het donker |
Jesaja 11:6-7 | Nu nog met halve woorden, hier en daar |
Jesaja 11:6-9 | Der rûzet oer de wrâld muzyk |
Jesaja 11:6-9 | Het volk dat tast in het duister |
Jesaja 11:6-10 | Eens zal er vrede zijn |
Jesaja 11:6-10 | Waarom leven de volken |
Jesaja 11:9 | Beklim de hoogste bergen |
Jesaja 11:9 | Heden zult gij zijn glorie aanschouwen |
Jesaja 11:9 | Ik verlang naar Jezus |
Jesaja 11:11-12 | Eens zal de Heer zijn hand opheffen |
Jesaja 11:15 | Zijn trouw houdt mensen op de been |
Jesaja 12 | God heeft gesproken in de tijd |
Jesaja 12 | Heer, ik zal U loven |
Jesaja 12 | Ik dank U, God, Gij was toornig op mij |
Jesaja 12 | Mijn HEER, mijn God, ik loof U, omdat Gij |
Jesaja 12:1-6 | Eens zal de Heer zijn hand opheffen |
Jesaja 12:1-6 | Verkondig alle mensen |
Jesaja 12:1-6 | Vol vreugde put je water |
Jesaja 12:2 | El Senyor és la meva força |
Jesaja 12:2-3 | Verheugt u en juicht (van Leeuwen) |
Jesaja 12:4 | Verheugt u en juicht (van Leeuwen) |
Jesaja 12:5-6 | Verheugt u en juicht (van Leeuwen) |
Jesaja 14:3-23 | Vergeet niet dat woord van oudsher |
Jesaja 14:7-8 | Nu slaapt de mensheid stil |
Jesaja 14:12 | De koning van het sterrenlicht |
Jesaja 14:22-23 | O Babylon, o Babylon |
Jesaja 16:3-4 | God, vergeet hen niet |
Jesaja 17:4-8 | Dit zegt de Heer op wie gij roemt |
Jesaja 21:11-12 | Hoever is de nacht |
Jesaja 21:11-12 | Nooit was het stiller (Kerst) |
Jesaja 21:11-12 | Nooit was het stiller (Paaszaterdag) |
Jesaja 21:11-12 | 'Op, waak op!' Zo klinkt het luide |
Jesaja 21:11-12 | Wachters op de morgen |
Jesaja 22:20-22 | O kom, o kom, Immanuël |
Jesaja 22:20-22 | O wijsheid, daal als vruchtbare taal |
Jesaja 24:7-13 | Wij die met eigen ogen |
Jesaja 24:14-16 | Gij die dit lage land |
Jesaja 24:15 | Ik kies vandaag: ik leef voor U |
Jesaja 25:6-6 | Richt op uw macht, o Here der heerscharen |
Jesaja 25:6-8 | De Heer richt op zijn berg een maaltijd aan |
Jesaja 25:6-8 | De Heer zal op zijn berg een feest bereiden |
Jesaja 25:6-8 | De tafel van samen, de tafel is gedekt |
Jesaja 25:6-8 | Op de avond, toen de uittocht |
Jesaja 25:6-8 | Waarom leven de volken |
Jesaja 25:7-9 | Hoe lang heeft de mensheid gebeden |
Jesaja 25:9 | Lof zij den Here, die, zijn naam ter ere |
Jesaja 26:1-4 | Waarom leven de volken |
Jesaja 26:1-6 | Wij hebben een sterke stad |
Jesaja 26:1-9 | Het zal niet lang meer duren |
Jesaja 26:1-14 | Het pad van de rechtvaardige is effen |
Jesaja 26:3 | Nader, nog nader, U meer nabij |
Jesaja 26:5-8 | O alle gij dorstigen, kom tot de stromen |
Jesaja 26:9 | Iedere nacht verlang ik |
Jesaja 26:9 | Mozes is gestorven |
Jesaja 26:17 | Die in benauwdheid zuchten |
Jesaja 26:19 | Heilige Geest, Gij zijt als de wind |
Jesaja 28 | Beveel gerust uw wegen |
Jesaja 28:24-27 | Uit chaos, vuur en rotsen |
Jesaja 29:13 | O onze Vader, trouwe Heer |
Jesaja 29:15-16 | Ik vertrouw op God, mijn Vader |
Jesaja 29:17-21 | Wanneer zal uw dag |
Jesaja 30 | O herder van heel Israël |
Jesaja 30:4 | Doe ons, Heer, uw genade aanschouwen |
Jesaja 30:18 | Heer, U keek uit de hemel |
Jesaja 30:18 | Jezus Christus mint u |
Jesaja 30:18 | Waarom misgunnen wij elkaar het leven |
Jesaja 30:18-19 | Uw God ziet uit naar het uur |
Jesaja 30:30 | Ik hoor een stem verluiden |
Jesaja 32:1-2 | Een koning die regeert |
Jesaja 32:1-4 | Heer van leven en van dood |
Jesaja 32:1-8 | God heeft gesproken in de tijd |
Jesaja 32:1-8 | Voor hen die ons regeren |
Jesaja 32:15-18 | Een nieuw gebaande weg |
Jesaja 33:2 | O Heare, ûntfermje Jo oer ús |
Jesaja 33:14-18 | Een roze, fris ontloken |
Jesaja 34:4 | 't Zij vreugde mijn deel is |
Jesaja 35 | De dorre vlakte der woestijnen |
Jesaja 35 | De steppe zal bloeien |
Jesaja 35 | De woestijn zal bloeien als een roos |
Jesaja 35 | Doe ons, Heer, uw genade aanschouwen |
Jesaja 35 | Het dorre land zal juichen |
Jesaja 35 | Het zal geschieden in de laatste dagen |
Jesaja 35 | Jûchje sil de sânwoestyn |
Jesaja 35 | Ons geluk staat U voor ogen |
Jesaja 35 | Toen Israël geboren is |
Jesaja 35 | Wachters van de tijd |
Jesaja 35 | Wij zagen hoe het spoor van God |
Jesaja 35:1 | Als er geen bom meer valt |
Jesaja 35:1 | Heer, geef mij ook uw waterbronnen |
Jesaja 35:1 | Wees blijde nu, in 't midden van het lijden |
Jesaja 35:1-2 | De wildernis zal bloeien |
Jesaja 35:1-2 | Klaarlichte nacht |
Jesaja 35:1-2 | Wij zagen hoe het spoor van God |
Jesaja 35:1-10 | Het feest gaat nu beginnen |
Jesaja 35:1-10 | Leliën draagt de woestijn |
Jesaja 35:5-6 | Blinde ogen verlicht ze |
Jesaja 35:5-6 | Versteende wetten van vanouds |
Jesaja 35:5-7 | Dat blinde ogen worden geopend |
Jesaja 35:6 | Zoals de regen onverwacht |
Jesaja 35:10 | Zullen we eens elkaar ontmoeten |
Jesaja 37:16 | Hoor, herder, hoor |
Jesaja 38:10-19 | Gij die 't menselijke leven |
Jesaja 38:10-20 | In mijn angst heb ik gesproken |
Jesaja 38:18-19 | God roept ons om antwoord te geven |
Jesaja 38:18-19 | Here Jezus, na dit leven |
Jesaja 38:20 | Zondaar, is uw hart verslagen |
Jesaja 40 | Verhoogd zij 't dal, de berg geslecht |
Jesaja 40 | Waarom geeft hij zijn leven |
Jesaja 40:1 | Alle denkbare en ondenkbare levende zielen |
Jesaja 40:1 | Dauwt, hemelen, van omhoog |
Jesaja 40:1 | O hemels licht dat mijn bestaan doorschijnt |
Jesaja 40:1-5 | Verwacht de komst des Heren |
Jesaja 40:1-11 | Loof de koning, heel mijn wezen |
Jesaja 40:1-11 | Troost, troost mijn volk! Zo zegt uw God |
Jesaja 40:3 | God zij geloofd uit alle macht |
Jesaja 40:3 | Lof aan de God van Israël |
Jesaja 40:3-4 | Kwam van Godswege |
Jesaja 40:3-5 | Er komt gehoor voor onze nood |
Jesaja 40:6-7 | Wij zijn van vlees en even |
Jesaja 40:6-8 | Heb dank, o God van alle leven |
Jesaja 40:6-8 | Mensen leven naar de dood |
Jesaja 40:8 | It gers ferdroeget |
Jesaja 40:8-31 | Hij mat de wateren met zijn hand |
Jesaja 40:9-10 | Roept het tot alle steden |
Jesaja 40:9-11 | Beklim de hoogste bergen |
Jesaja 40:9-11 | Die vreugde brengt, verheft zijn stem |
Jesaja 40:9-11 | Wie spreekt ons van de naam van God |
Jesaja 40:11 | D' Almachtige is mijn herder en geleide |
Jesaja 40:11 | De Heer is mijn herder, 'k heb al wat mij lust |
Jesaja 40:11 | De schapen alle honderd |
Jesaja 40:11 | Ontferming heeft God toegezegd |
Jesaja 40:12 | Majesteit, Koning in eeuwigheid |
Jesaja 40:12 | Staar ik in de nacht |
Jesaja 40:12-24 | Die chaos schiep tot mensenland |
Jesaja 40:12-26 | Wie omvat de zeeën met zijn hand |
Jesaja 40:12-31 | Wie mat de wateren in zijn holle hand |
Jesaja 40:18-20 | Halleluja! loof de Heer |
Jesaja 40:18-20 | Niet ons, o Heer, maar uw naam geef de eer |
Jesaja 40:18-22 | De wereld is van Hem vervuld |
Jesaja 40:19-20 | Zo zegt de Here u, der goden God |
Jesaja 40:21-26 | Hé, jij, god met oren |
Jesaja 40:25 | Almachtige |
Jesaja 40:25-26 | Van de machtigste berg tot het diepst van de zee |
Jesaja 40:25-31 | U schiep zon en maan en sterrenpracht |
Jesaja 40:26 | Weet gij hoeveel sterren kleven |
Jesaja 40:28-31 | Er is kracht voor wie hopen op de Heer |
Jesaja 40:29 | Beloofd heb ik U, Jezus |
Jesaja 40:30-31 | Op vleugels van een arend |
Jesaja 40:31 | Dit huis, een herberg onderweg |
Jesaja 40:31 | Heer, ik kom tot U, neem mijn hart, verander mij |
Jesaja 40:31 | Hide me now |
Jesaja 40:31 | Laat ons de loopbaan lopen |
Jesaja 40:31 | Langs de luchten snelt een spoor |
Jesaja 41:1 | Gij die dit lage land |
Jesaja 41:8-13 | Vrees niet en zie niet angstig rond |
Jesaja 41:10 | Wees niet bang want ik ben bij je |
Jesaja 41:13 | Wees stil mijn ziel, de Heer is aan uw zij |
Jesaja 42 | 'k Zegen U, Heer |
Jesaja 42:1 | De wortel bloeit, de stam loopt uit |
Jesaja 42:1 | God, uw God, heeft u gezalfd |
Jesaja 42:1-2 | Jezus, die langs het water liep |
Jesaja 42:1-7 | Heer, hoe zijt Gij gekomen |
Jesaja 42:1-7 | Hij heeft geen grote mond |
Jesaja 42:1-7 | Ik breng een rechter aan het licht |
Jesaja 42:1-7 | Mijn dienstknecht mijn geliefde |
Jesaja 42:1-7 | O volk, verdwaald, verloren |
Jesaja 42:1-9 | O volken, gij moet horen |
Jesaja 42:2 | Vertel aan alle volken |
Jesaja 42:3 | Al wie dolend in het donker |
Jesaja 42:3 | Geprezen zij de Here |
Jesaja 42:3 | Uit diepten ongemeten |
Jesaja 42:5-7 | Uit het duister hier gekomen |
Jesaja 42:5-7 | Voor wie in duisternis |
Jesaja 42:6 | God, uw God, heeft u gezalfd |
Jesaja 43:1 | Een machtig Maker |
Jesaja 43:1 | God heeft het eerste woord |
Jesaja 43:1 | Kind van God gegeven |
Jesaja 43:1 | Lieve boetseerder |
Jesaja 43:1-2 | Mijn kind, zo spreekt de Here |
Jesaja 43:1-2 | Om water dat de ziel geneest |
Jesaja 43:1-2 | Vrees niet, mijn kind - zo spreekt je Schepper |
Jesaja 43:1-9 | Zoals rivieren van de bergen stromen |
Jesaja 43:4 | Een machtig Maker |
Jesaja 43:4 | Liefde, je raakt aan geluk haast te groot |
Jesaja 43:11 | U, Heiland, bent een handelaar |
Jesaja 43:16-21 | Toen Israël geboren is |
Jesaja 43:18-19 | Blijf niet staren op wat vroeger was |
Jesaja 44:2-4 | Heer, och zend de spade regen |
Jesaja 44:3 | Geef ons een lofgewaad, Heer |
Jesaja 44:3 | Ik zal mijn water gieten |
Jesaja 44:3 | O Heer, giet een stroom |
Jesaja 44:3 | Waterstromen wil Ik gieten |
Jesaja 44:6 | Er is een Verlosser |
Jesaja 44:6 | Mijn Vader is een kunstenaar |
Jesaja 44:6-20 | Zo zegt de Here u, der goden God |
Jesaja 44:9-20 | Dat wij als wachters op de muren zijn |
Jesaja 44:23 | De stilte zingt U toe, o Here |
Jesaja 45 | De Heer is God, een enig Heer |
Jesaja 45 | In de woorden die zij spreken |
Jesaja 45:4 | Christus bent U, Gezalfde van God |
Jesaja 45:6-7 | Heerser over alle dingen |
Jesaja 45:8 | Bevrijd ons, Heer |
Jesaja 45:8 | Dauw des hemels, breng hem neer |
Jesaja 45:8 | Dauw hemel, wolken regen heil |
Jesaja 45:8 | Dauw, hemel, van omhoog |
Jesaja 45:8 | Dauwt, hemelen, van boven |
Jesaja 45:8 | Dauwt, hemelen, van omhoog |
Jesaja 45:8 | Doe ons, Heer, uw genade aanschouwen |
Jesaja 45:8 | Gij zijt de wereld aangekondigd |
Jesaja 45:8 | Hemelen, dauwt uit den hoge |
Jesaja 45:8 | In de veelheid van geluiden |
Jesaja 45:8 | Jij die voor mij de ruimte schiep |
Jesaja 45:8 | Kom tot ons, scheur de hemelen, Heer |
Jesaja 45:8 | Laat onze woorden stijgen |
Jesaja 45:8 | Licht in onze ogen |
Jesaja 45:8 | Neerdalen als dauw uit de hemel |
Jesaja 45:8 | O Heiland, open wijd de poort |
Jesaja 45:8 | O gij hemelen, geeft nu dauw op aarde |
Jesaja 45:8 | Rorate caeli |
Jesaja 45:8 | Scheur toch de wolken weg en kom |
Jesaja 45:8 | Wij wachten op de vrede |
Jesaja 45:8-25 | Geen kracht meer om te leven |
Jesaja 45:11-13 | Zo heeft gesproken |
Jesaja 45:14 | Die de aarde boetseerde |
Jesaja 45:18 | Die de aarde boetseerde |
Jesaja 45:18 | Zing voor de Heer vanuit de hemel |
Jesaja 45:18-19 | Op het woeste water zweeft de Geest van God |
Jesaja 45:21-24 | Er is geen andere god dan ik alleen |
Jesaja 45:22 | 'k Heb een boodschap van de Heer |
Jesaja 45:22 | I've a message from the Lord, Hallelujah! |
Jesaja 45:22-23 | Gij die dit lage land |
Jesaja 45:23 | In wat ik zeg en doe en laat |
Jesaja 46:1-2 | O Babylon, o Babylon |
Jesaja 46:4 | Ja, Ik zal je dragen |
Jesaja 46:5-7 | Zo zegt de Here u, der goden God |
Jesaja 48:12 | Zo zegt de Here u, der goden God |
Jesaja 48:16-19 | Zoals rivieren van de bergen stromen |
Jesaja 48:20 | Halleluja! Verkondig het, juich, heel de aarde |
Jesaja 48:20-21 | Kondig het jubelend aan |
Jesaja 49 | Zing luid een lied dat al uw vreugd |
Jesaja 49:1 | God heeft het eerste woord |
Jesaja 49:1-6 | In de schoot van mijn moeder riep Hij mij |
Jesaja 49:1-6 | Wie spreekt ons van de naam van God |
Jesaja 49:2 | Als de levensstormen woeden |
Jesaja 49:8-13 | Weer eet een volk het bitterbrood |
Jesaja 49:8-13 | Zij zullen de wereld bewonen |
Jesaja 49:8-20 | Ik vergeet nooit de mens die ik maakte |
Jesaja 49:15 | Laat ons de Heer lofzingen |
Jesaja 49:15-16 | Onze namen staan geschreven |
Jesaja 49:16 | Bewaar mij bij U, Heer |
Jesaja 49:16 | Bewaar mij bij U, Heer, in vrede |
Jesaja 49:16 | Dat de weg naar je toekomt |
Jesaja 49:16 | De Heer heeft mij gezien en onverwacht |
Jesaja 49:16 | De waarheid van ons leven |
Jesaja 49:16 | Kind van God gegeven |
Jesaja 50:4 | Aan de voeten van het woord |
Jesaja 50:4 | Heer, spreek tot mij, opdat mijn stem |
Jesaja 50:4-5 | Hij wekt mij elke morgen |
Jesaja 50:4-7 | Een woord was voldoende |
Jesaja 50:4-9 | Wij willen roemen op het kruis |
Jesaja 50:4-10 | Die eeuwig trouw is schonk mij tong en taal |
Jesaja 50:4-11 | Het heeft de Heilige behaagd |
Jesaja 50:6 | O Haupt voll Blut und Wunden |
Jesaja 50:6 | O hoofd vol bloed en wonden |
Jesaja 51:3 | Hier staan wij samen op een rij |
Jesaja 51:5 | Gij die dit lage land |
Jesaja 52:1 | Geef ons een lofgewaad, Heer |
Jesaja 52:1 | Jeruzalem, de stad van trouw |
Jesaja 52:1-6 | Weer eet een volk het bitterbrood |
Jesaja 52:7 | Hoe lieflijk op de bergen |
Jesaja 52:7 | In de aardeduistere nacht |
Jesaja 52:7 | Komen ooit voeten gevleugeld |
Jesaja 52:7 | Wij offerden aan goden |
Jesaja 52:7-9 | Hoe liefelijk zijn op de bergen |
Jesaja 52:7-10 | Blij stemt de komst van hem die 't goede nieuws ons brengt |
Jesaja 52:7-10 | Dit is de tijd van Elia |
Jesaja 52:7-10 | Door de ramen van de tijd |
Jesaja 52:7-10 | Het zal geschieden in de laatste dagen |
Jesaja 52:7-10 | Hoe lieflijk, hoe schoon zijn de schreden |
Jesaja 52:7-10 | Wie spreekt ons van de naam van God |
Jesaja 52:8-9 | 'Op, waak op!' Zo klinkt het luide |
Jesaja 52:13-15 | Wij bidden tot de Levende |
Jesaja 52:13-15 | Wij willen roemen op het kruis |
Jesaja 52:13-15 | Wij zingen van het ongehoorde |
Jesaja 53 | Al wie dolend in het donker |
Jesaja 53 | Hij is een man van smarten |
Jesaja 53 | Hij zoekt geen macht, geen roem, geen eer |
Jesaja 53 | Man van smarten, man van lijden |
Jesaja 53 | Niet als een storm, als een vloed |
Jesaja 53 | Oan kjeld en krinking stie hij bleat |
Jesaja 53 | Waarom geeft hij zijn leven |
Jesaja 53 | Wie heeft op aard de prediking gehoord |
Jesaja 53 | Wie heeft wat ons verkondigd werd geloofd |
Jesaja 53 | Zie, de dag breekt aan |
Jesaja 53:1-7 | Liefde daalde neer |
Jesaja 53:1-8 | Beeld en gelijkenis van Hem die leeft |
Jesaja 53:1-12 | Wij bidden tot de Levende |
Jesaja 53:1-12 | Wij willen roemen op het kruis |
Jesaja 53:1-12 | Zingenderwijze wilt uw Heiland prijzen |
Jesaja 53:3 | Allerhoogste God, heilig en glorierijk |
Jesaja 53:3 | U komt mij, lieve God |
Jesaja 53:3-5 | Heer Jezus, Man van smart |
Jesaja 53:3-5 | Hoor de hartslag van de hemel |
Jesaja 53:3-5 | Ik zie het kruis |
Jesaja 53:3-5 | Jezus, Middelaar, U verblijdt ons |
Jesaja 53:3-5 | Man van smarten |
Jesaja 53:3-5 | Man van smarten, Lam van God |
Jesaja 53:3-5 | Meer dan rijkdom, meer dan macht |
Jesaja 53:3-5 | U stierf voor mij, mijn Jezus |
Jesaja 53:4 | Dwalende schapen |
Jesaja 53:4 | U, Jezus, hebt geleden |
Jesaja 53:4-5 | 'U bent dus koning' |
Jesaja 53:4-5 | Dank U voor het kruis Heer |
Jesaja 53:4-5 | O wereld, zie het leven |
Jesaja 53:4-7 | Christus heeft voor ons geleden |
Jesaja 53:4-7 | Daar gaat een Lam de wereld door |
Jesaja 53:4-7 | Daar gaat een lam en draagt de schuld |
Jesaja 53:4-7 | Het godd'lijk Lam gaat heen en draagt |
Jesaja 53:5 | Ik zing het van tevoren |
Jesaja 53:5 | Jezus, Hij kwam om ons leven te geven |
Jesaja 53:5 | Jezus, leven van mijn leven |
Jesaja 53:5 | Jezus, leven van ons leven |
Jesaja 53:5 | O Christ, what burdens bowed Thy head |
Jesaja 53:5 | O Christus, Koning enig groot |
Jesaja 53:5 | Uw hoofd gebukt door droefheid Heer |
Jesaja 53:5-7 | Toen U bad werd brood vermeerderd |
Jesaja 53:6-4 | Dwalende schapen |
Jesaja 53:7 | Op weg gegaan nog onvervuld |
Jesaja 53:7 | Zie de mens die in zijn lijden |
Jesaja 53:8 | Heer, ik liep vast |
Jesaja 53:10 | Ik zie het kruis |
Jesaja 53:10 | U, Jezus, hebt geleden |
Jesaja 53:12 | Hier aan uw tafel Heer |
Jesaja 53:12 | U, Jezus, hebt geleden |
Jesaja 54 | Het is Gods eigen hand |
Jesaja 54:1 | Wees blijde nu, in 't midden van het lijden |
Jesaja 54:1-8 | Om Sions wil zwijg ik niet stil |
Jesaja 54:1-8 | Zing welgemoed, mijn volk |
Jesaja 54:4-10 | Waarom leven de volken |
Jesaja 54:5-10 | Heilig, heilig, heilig, hemelhoog verheven |
Jesaja 54:6-10 | Gij die gezegd hebt |
Jesaja 54:10 | Zelfs als de bergen wijken en wank'len |
Jesaja 54:17 | U hoort mij als ik bid |
Jesaja 55 | Vernederd, onvruchtbaar |
Jesaja 55 | Wij roepen U, God |
Jesaja 55:1 | Hierheen, dorstigen |
Jesaja 55:1 | Lof zij den Here, die, zijn naam ter ere |
Jesaja 55:1 | O, alle dorstigen |
Jesaja 55:1-7 | Alwie dorst heeft, kom tot Mij |
Jesaja 55:1-7 | O alle gij dorstigen, kom tot de stromen |
Jesaja 55:1-11 | Een woord was voldoende |
Jesaja 55:6 | Longing for light, we wait in darkness |
Jesaja 55:6-11 | Van God nooit losgekomen |
Jesaja 55:6-13 | O God die boven wolken troont |
Jesaja 55:7-9 | Gods woorden nemen wij ter harte |
Jesaja 55:9 | Hoger dan de mens kan denken |
Jesaja 55:10 | Zoals de regen onverwacht |
Jesaja 55:10-11 | De regen daalt van hemelhoog |
Jesaja 55:10-11 | Het rijk van God is als een zaad |
Jesaja 55:10-12 | De regen daalt neer uit de hemel |
Jesaja 55:11 | Een rijke schat van wijsheid |
Jesaja 55:11 | Geboren zijt Ge |
Jesaja 55:11 | God die was en is en komt |
Jesaja 55:11 | Nu gaat de zaaier uit |
Jesaja 55:11 | Van ver, van oudsher aangereikt |
Jesaja 55:12 | Gods volk wordt uitgeleid |
Jesaja 55:12 | Heer, ik kom in uw heiligdom binnen |
Jesaja 55:12 | Nu breekt je uittocht aan |
Jesaja 55:12 | Prijst de Heer! Aanbidt Hem heem'len |
Jesaja 55:12 | Zing voor Hem, hemellichten |
Jesaja 56:10-12 | De wakers zijn stomme honden |
Jesaja 57:1-2 | De wakers zijn stomme honden |
Jesaja 57:14-21 | Waarom leven de volken |
Jesaja 57:15 | Er ligt hoop in onze tranen |
Jesaja 57:15 | Geprezen zij de Here |
Jesaja 58:1-8 | Wat is het ware vasten |
Jesaja 58:1-10 | Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft |
Jesaja 58:7 | Toen U bad werd brood vermeerderd |
Jesaja 58:7-10 | Slechts het brood dat wij te eten gaven |
Jesaja 58:8-12 | Voor wie in duisternis |
Jesaja 58:13-14 | Een nieuw gebaande weg |
Jesaja 59 | Wordt krachtig in de Heer |
Jesaja 59:9-10 | Ontwaak, gij die slaapt, sta op uit de dood |