Weerklank/Inhoud

• Artikel
• Inhoud
• Liederen

Weerklank

Weerklank

Op deze pagina staat de inhoud van de bundel Weerklank volgens de indeling in de bundel.

Psalmen

1 Gelukkig wie niet deelneemt aan 't beraad 2 Wat drijft de volken, wat bezielt ze toch? 3 Mijn vijand, Here, staat 4 Laat als ik roep mij op U hopen 4a Geef antwoord op mijn biddend vragen 5 O Here, wil mijn woorden horen 6 Bewijs, Heer, mij genade 6a O Heer, straf mij niet langer 7 Here mijn God, Gij hoedt mijn leven 7a Heer, mijn God, U bent mijn toevlucht 8 Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven 8a Heer, onze Heer, uw naam is hoog verheven 9 Ik zal met heel mijn hart, o Heer 10 Waarom, o Heer, blijft U van verre staan? 11 De Here is mijn toevlucht en mijn sterkte 11a Bij U, Heer, wil ik schuilen 12 Breng redding, Heer, de vroomheid is geweken 13 Hoelang, o Heer, vergeet Gij mij 13a Hoe lang laat U mij nog alleen 14 De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God (Hoekstra) 15 Heer, wie mag wonen in uw tent 16 Bewaar mij, Heer, mijn toeverlaat zijt Gij! 16a Bescherm mij, God, 'k ben veilig slechts bij U 17 Hoor, Heer, Gij God van trouw en recht 18 Ik heb U lief van ganser harte, Here 19 Het ruime firmament maakt wijd en zijd bekend 20 Moge de Heer u antwoord geven (Hoekstra) 20a Moge de Here u verhoren 21 O Heer, de koning is verblijd 22 Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij (Hoekstra/Nolles) 22a Waarom hebt U mij verlaten? 23 De Here wil mijn trouwe herder wezen 23a De Heer is mijn Herder! 24 De aarde en haar volheid zijn 25 'k Hef mijn ziel in vast vertrouwen 26 O Here, doe mij recht! 27 De Here is mijn licht, wat kan mij deren 28 Ik roep tot U, mijn rots, mijn Here! 29 Hemelingen, buigt u neer 30 U zal ik loven, trouwe Heer 31 Bij U, o Heer, zoek ik bescherming 32 Welzalig hij wiens zonde is vergeven 33 Zing vrolijk, loof de naam des Heren 34 Ik loof de Heer altijd 35 Twist met mijn twisters, Here God 36 De zonde spreekt haar vleiend woord 37 Wees niet jaloers op hen die onrecht plegen 37a Wees niet jaloers op wie met God niet leven 38 Blijf mij niet in toorn kastijden 39 Ik dacht: ik zal de rechte wegen gaan 39a Ik dacht: 'Ik zal mijn weg bewaren' 40 Met heel mijn hart heb ik de Heer verwacht 41 Heil hem die de geringe helpt in nood 41a Zalig de mens, die denkt aan armen 42 Heer, een hert in dorre streken 42a Evenals een moede hinde 43 O God, kom mijn geding beslechten 44 Wij hoorden, Heer, met eigen oren (Hasper) 44a Wij hoorden, Heer, met eigen oren (de Vries/Hasper) 45 Hoe is mijn hart vervuld van blijde dingen 46 God is een toevlucht en een sterkte 47 Juich, o volken, juich, handklap en betuig 48 De Heer is groot en hoog geëerd 49 Gij volken, overal ter wereld, hoor!

50 De Heer die leeft, de God der goden spreekt 51 Ontferm U God, ontferm U, hoor mijn klacht 51a Wees mij genadig, toon uw goedheid, Heer 52 Waarom beroemt u zich op 't kwade 53 De dwaas zegt bij zichzelf in overmoed 53a De dwaze mensen denken in hun hart 54 O God, verlos mij door uw naam 55 O God, neem mijn gebed ter ore 55a Mijn God, wil naar mijn smeken horen 56 Wees mij genadig, God, wees mij nabij 57 Wees mij genadig, Heer, wees mij nabij 58 Gij hoge raad, bijeengekomen 58a Zeg, machtigen der wereld 59 Kom, Heer, mij uit de hand bevrijden 59a O God, bevrijd mij van de macht 60 O God, hoe hebt U ons bedroefd 61 Wil, o God, mijn smeking horen 62 Voorwaar, ik keer mij stil tot God 63 Mijn God, Gij zijt mijn toeverlaat 64 Behoed mij, Heer, hoor naar mijn klagen! 65 De lofzang klinkt uit Sions zalen 65a De stilte draagt mijn stem naar boven 66 Breek, aarde, uit in jubelzangen 67 De Here God zij ons genadig 68 De Heer staat op in majesteit 69 O God, verlos mij, red mij uit mijn nood 70 Haast U om mij te redden, God! 71 Bij U, o Heer, berg ik mijn leven 72 O God, wil aan de koning schenken 73 Ja, God is goed voor Israël (Muns) 74 Waarom, o God verstoot U voor altijd 75 U alleen, U loven wij (Hasper) 76 Heel Juda kent Gods naam en eer 77 Laat mijn klacht ten hemel stijgen! 78 Mijn volk, hoor toe en neem mijn leer ter ore 79 O God, nu zijn de heidenen gekomen (Muns) 80 O herder, die uw volk wilt leiden 81 Jubel voor de Heer 82 God staat in 't midden van de goden 83 Houd U niet stil, zwijg niet, o God 84 Hoe lieflijk is uw huis, o Heer! 85 Gij was goedgunstig voor uw land, o Heer 86 Hoor mij, Heer, wil antwoord zenden 87 Jeruzalem, de Godsstad hier beneden 88 Heer, die mijn heil, mijn helper zijt 88a Heer, God, mijn redder, 'k roep U alle dagen 89 Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied 90 Gij zijt geweest, o Heer, en Gij zult wezen 91 Hij die op Gods bescherming wacht 92 Waarlijk, dit is rechtvaardig 93 De Heer is Koning, Hij regeert alleen 94 Verschijn in lichtglans, God der wrake! 95 Kom, laat ons juichen voor de Heer 96 Zing een nieuw lied voor God de Here (Nolles) 97 De Heer alleen regeert 98 Zing een nieuw lied voor God de Here 99 God is Koning

100 Juich, alle volken, prijs de Heer! 101 Ik zing, HEER, om uw trouw en recht te eren 102 Heer, hoor mijn gebed, laat blijken 102a God, luister naar mijn bidden 103 Zegen, mijn ziel, de grote naam des Heren 104 Mijn ziel, verheerlijk God om zijne macht 105 Loof, loof verheugd de Heer der heren 106 Loof nu de Heer, want Hij is goed 107 Loof, loof de Heer gestadig 108 Mijn hart is, Heer, in U gerust 109 God die ik loof te allen tijde 110 Zo heeft de HERE tot mijn Heer gesproken 111 Loof, halleluja, loof de Heer (Psalm 111) 112 God zij geloofd en hoog geprezen 112a Geluk zal ieder mens beleven 113 Prijs, halleluja, prijs de Heer 114 Toen Israël uit Egypteland ging 114a Toen Israël uit Egypte kwam 115 Niet ons, o Heer, maar uw naam geef de eer 116 God heb ik lief, want die getrouwe Heer (De Vries) 117 Loof, alle volken, loof de Heer 118 Laat ieder 's Heren goedheid prijzen 119 Welzalig wie de rechte wegen gaan 120 Ik riep tot God in bange dagen 120a Ik heb tot God gebeden 121 Ik sla mijn ogen op en zie 122 Ik was verheugd, toen men mij zei 123 Ik sla naar U, die in de hemel zit 124 Heel Israël getuige, blij van geest 125 Wie op de Here God vertrouwen 126 Toen God ons weer naar Sion bracht 127 Wanneer de Heer het huis niet bouwt 128 Welzalig zullen wezen wie in Gods wegen gaan 129 Zij hebben immer van mijn jeugd af aan 129a Hoe zij ook tegenwerkten 130 Uit diepten van ellende (Hasper) 130a Uit diepten van ellende roep ik om hulp, o Heer 131 O Heer, er is geen trots in mij 132 O Heer, gedenk aan Davids leed 133 Zie toch hoe goed, hoe lieflijk is 't dat zonen 134 Kom allen, dienaars van de Heer 134a Loof, loof nu aller heren Heer 135 Loof de Here, prijs zijn naam 136 Loof de Heer, want Hij is goed (Hoekstra) 137 Aan Babels stromen zaten wij gevangen 138 Ik zal met heel mijn hart uw eer 139 Heer, die mij ziet zoals ik ben 140 Heer, red mij van de boze mensen 141 U, Heer, roep ik, U geldt mijn smeken 142 Tot God, de Here, roep ik luid 143 O Here, hoor naar mijn gebeden 144 Gezegend zij de Heer, die te allen tijde 145 Mijn God en Koning, aller vorsten Heer 146 Ik wil zingen al mijn dagen 147 Lof zij de Heer, goed is het leven 148 Loof, halleluja, loof de Heer (Psalm 148) 149 Halleluja! laat opgetogen 150 Loof de Heer uw God alom

Bijbelliederen

1 Uit Oer is hij getogen 2 Wees eerlijk, doe de mensen recht 3 Hoor Israël, de Here 4 Het woord dat u ten leven riep 5 Mijn hart verheugt zich zeer 6 Geloofd zijt Gij, God onze Heer 7 Het zal ons waarlijk wel gelukken 8 Welzalig de man, die niet wandelt 9 Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam 10 Wie in de schaduw Gods mag wonen 11 Loof de koning, heel mijn wezen 12 Uw woord omvat mijn leven 13 Laat ons nu vrolijk zingen! 14 Alles wat adem heeft love de Here 15 Geprezen zij God! 16 Waarom toch komt gij voor mijn aangezicht 17 Daar is uit 's werelds duistere wolken 18 Er is uit 's werelds duistere wolken 19 Hij die de hoge bomen 20 Heer, ik zal U loven 21 De Heer zal op zijn berg een feest bereiden 22 Het dorre land zal juichen 23 In mijn angst heb ik gesproken 24 Wie mat de wateren in zijn holle hand 25 O volk, verdwaald, verloren 26 Zing luid een lied dat al uw vreugd 27 Hoe lieflijk, hoe schoon zijn de schreden 28 Wie heeft wat ons verkondigd werd geloofd 29 Zing welgemoed, mijn volk 30 O alle gij dorstigen, kom tot de stromen 31 Om Sions wil zwijg ik niet stil 32 Ik zal Gods goedertierenheid 33 Zo sprak de Heer der legerscharen 34 Hoor, huis van Israël

35 Vrees niet, gij land, verheug u en wees blijde 36 Hoger dan men ooit bergen zag 37 O God, uw stem heb ik vernomen 38 Jeruzalem, zo zegt de Heer 39 Verheug u, gij dochter van Sion 40 Die dag zal komen, brandend als een oven 41 Jezus die langs het water liep 42 God dank! Er is een koning 43 Weer is het als ten dage 44 De Heer verschijnt te middernacht 45 Hoor! Een woord van eeuwig leven 46 Mijn ziel looft God, mijn Heer 47 Mijn ziel maakt groot de Heer 48 Lof aan de God van Israël 49 Nu is het woord gezegd 50 De schapen alle honderd 51 De Here sprak, aleer Hij voor ons leed 52 Traag waren onze harten 53 In den beginne was het Woord, God die 54 U kennen, uit en tot U leven 55 Hij die de blinden weer liet zien 56 Laat me in U blijven, groeien, bloeien 57 O Vader, die de landman zijt 58 Heer Jezus, goede herder 59 Hoelang laat Gij ons wachten 60 Heer, wat wilt Gij dat ik doe 61 De God die deze wereld schiep 62 Wij willen God de ere geven 63 Hoe moeilijk is de strijd, Heer, die ik daaglijks ken 64 Laat ons niet langer vrezen 65 Laat ons nu de loopbaan lopen 66 Al was 't, dat ik de talen 67 Het zaad zal vruchten dragen

68 Ons heeft de Heer met liefde neergeschreven 69 De Geest des Heren die het leven 70 Heer Jezus, uw genade 71 In Christus brengt God ons terecht 72 Nu bidden wij met ootmoed en ontzag 73 Bewaar de eenheid van Gods Geest 74 Wordt krachtig in de Heer 75 Wij zingen, Vader, U ter eer 76 Wees blij te allen tijde 77 Wij knielen voor uw zetel neer 78 De dag die straks komt is de dag van de Heer 79 Wij roepen Koning Christus aan 80 God heeft vanouds gesproken 81 Een grote hogepriester 82 Wie zal voor God verschijnen 83 Wij mogen tot Gods woning gaan 84 De heiligen ons voorgegaan 85 Bezing Gods lof als nooit tevoren 86 De grote dag breekt weldra aan 87 Wie zich hovaardig heffen 88 Hoe groot is toch de liefde van de Vader 89 De Eerste en de Laatste spreekt 90 Ik draag het zwaard, aan beide zijden scherp 91 Wie is waard de rol te nemen 92 Het Lam, voor ons op aarde geslacht 93 Wie zijn het die daar komen 94 Gij dienaars van Hem 95 Nu is verschenen al Gods heil en kracht 96 Zalig, zalig zijn de doden 97 Halleluja! Loof God de Heer! 98 De lof, de heerlijkheid, de kracht 99 Ik zag de hemel nieuw en nieuw de aarde 100 Er wacht Gods volk een nieuw bestaan 101 Ik zag het nieuw Jeruzalem

Liederen bij het kerkelijk jaar

Advent

102 Al wie dolend in het donker 103 De dag van vertroosting 104 De nacht is haast ten einde 105 Een blijde boodschap, vol van leven 106 Ga, stillen in den lande 107 Het volk dat wandelt in het duister 108 Heiland kom, o kom met haast

109 Hoe zal ik U ontvangen 110 Hoe zal ik U ontvangen 111 Nu daagt het in het oosten 112 Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen 113 O kom, o kom, Immanuël 114 Verwacht de komst des Heren

Kerst

115 Laat ieder het horen 116 Dit is de dag, die God ons schenkt 117 Eer zij God in onze dagen 118 Ere zij God 119 Er is een roos ontloken 120 God biedt u nu zijn vrede aan 121 God in ons midden 122 Heerlijk klonk het lied der engelen 123 Hef aan, hef aan een luide zang 124 Hoor, de engelen zingen de eer 125 Ik mag hier aan uw kribbe staan 126 In Bethlehems stal 127 In de stad van koning David

128 In den beginne was het Woord 129 Komt allen tezamen 130 Kom, christen, roep de lof nu uit 131 Komt, verwondert u hier, mensen 132 Nu zijt wellekome 133 Stille nacht, heilige nacht 134 Van boven daalt een engelenschaar 135 't Was nacht in Bethlehems dreven 136 Wees stil en kom wat dichterbij 137 Wij gaan met haast naar Bethlehem 138 Wij trekken in een lange stoet

Lijdenstijd

139 Alles wat over ons geschreven is (2) 140 Als ik in gedachten sta 141 Diep, o God, voor U gebogen 142 Gethsémané, die nacht moest eenmaal komen 143 Hef op uw hoofden, poorten wijd 144 Hij kwam bij ons, heel gewoon 145 Ik wil mij gaan vertroosten 146 Ik zwijg bij 't kruis in groot verdriet 147 Is dat, is dat mijn Koning 148 't Is middernacht, en in de hof 149 Jezus, leven van ons leven 150 Jezus, om uw lijden groot 151 Kom, knielen wij voor Jezus samen 152 Lam Gods, dat zo onschuldig

153 Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten 154 Middelpunt van ons verlangen 155 Mijn Verlosser hangt aan 't kruis 156 Noem de overtreding mij, die Gij begaan hebt 157 O hoofd vol bloed en wonden 158 O kostbaar kruis, o wonder Gods 159 O Lam van God, door God gezonden 160 O wereld, zie uw leven 161 U, heilig Godslam, loven wij 162 Wij danken U, voor uw verzoenend lijden 163 Zoon van David, om de slagen 164 Zozeer had God de wereld lief

Pasen

165 Christus in het graf geborgen 166 Christus, onze Heer, verrees 167 Daar juicht een toon, daar klinkt een stem 168 De dag rijst rood in het verschiet 169 De Zoon van God heeft overwonnen 170 Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven 171 Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft 172 God dank! Laat iedereen het horen 173 Halleluja! Lof zij het Lam 174 Hoor aan, gij die Gods kinderen zijt 175 Ik zeg het allen, dat Hij leeft

176 In het vroege morgenlicht 177 Jezus is mijn toeverlaat 178 Jezus leeft en ik met Hem! 179 Laat ons van Pasen zingen 180 Nu graf en steen getuigen 181 Nu is het Pasen - Jezus leeft 182 Nu moet gij allen vrolijk zijn 183 U zij de glorie, opgestane Heer! 184 Wees gegroet, o eersteling der dagen

Hemelvaart

• 185 Al heeft Hij ons verlaten
• 186 De kroningsdag is aangebroken
• 187 De dag van onze Vorst brak aan
• 188 In bidden en in smeken
• 189 Kroon Hem met koningskroon
• 190 Uw verlossingswerk op aarde
• 191 Vanaf een aardse heuveltop

Pinksteren

192 Geest van hierboven 193 God giet zijn heil op Pinksteren uit 194 Heer, ik hoor van rijke zegen 195 Heilige Geest van God 196 Heilige Geest, Gij hemelhoge 197 In vuur en vlam zet ons de Geest 198 Ja, de Trooster is gekomen 199 Kom, Heilige Geest, Gij vogel Gods 200 Kom, o Geest van God gegeven

201 Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer 202 O Christus, doe uw vuur ontbranden 203 O Heilige Geest, o heilige God 204 O, Schepper, Geest, woon in uw kerk 205 Stroom, o vloed van Gods genade 206 Verhef, verhef uw lofgezangen 207 Wat zijn de goede vruchten 208 Wij leven van de wind

Wederkomst en toekomstverwachting

209 Christus regeert straks wereldwijd 210 De toekomst van de Heer is daar 211 Door al het lijden van de tijden 212 Eens, als de bazuinen klinken 213 Eens komt de grote zomer 214 Eens zal op de grote morgen 215 Er is een land van louter licht 216 God zal het heelal bewaren 217 Heer, Gij hebt dit lieve leven

218 Het duurt niet lang meer tot de tijd 219 Ik kom met haast, roept Jezus' stem 220 Jeruzalem, o stad van heil en vrede 221 Jezus, op wie ik vertrouw 222 Laat komen, Heer, uw rijk 223 Nu gaan de bloemen nog dood 224 Overluid klinkt van de aarde 225 Wij wachten op U, Zoon van God 226 Zijn Gods wegen donker, duister

Liederen bij Kerk en Koninkrijk

Kerk en koninkrijk

227 Blijf bij ons, Jezus, onze Heer 228 De pelgrimsstaf is in mijn hand 229 De koninkrijken dezer aard 230 De ware kerk des Heren 231 Door de nacht van strijd en zorgen 232 Door de wereld gaat een woord 233 Een vaste burcht is onze God 234 Een vaste burcht is onze God 235 Eer wordt er in Gods gemeente 236 Gezegend zijt Gij, Heer der kerk 237 God is getrouw, zijn plannen falen niet 238 Gij die gelooft, verheugt u samen

239 In Christus is noch west noch oost 240 Jezus zal heersen waar de zon 241 Kom, kinderen niet dralen 242 Samen in de naam van Jezus 243 Schenk, o liefdevolle Vader 244 Voor alle heiligen in de heerlijkheid 245 Waar God de Heer zijn schreden zet 246 Wij bidden voor de overheid 247 Wij staan ten laatsten kamp gereed 248 Zing, gij afgelegen landen 249 Zoek eerst het koninkrijk van God

Op de drempel van kerk en koninkrijk

250 Een klacht klinkt uit Gods Vaderhart 251 Gij die alle sterren houdt 252 Grote God, zie ons verlegen 253 Iedereen zoekt U, jong of oud 254 O Heer, verberg U niet voor mij

255 O Jezus Christus, licht ze bij 256 Ontwaak nu, wie slaapt, zo spreekt God van zijn troon 257 O Vader, trek het lot U aan 258 Wat zou ik zonder U geweest zijn

Dienen in kerk en koninkrijk

259 Bevestig, Heer 260 God maakt ons dienstbaar aan zijn werk 261 Heer, die als Herder ons hoedt en ons leidt 262 Heer, U hebt ons in dit leven 263 Hoe lieflijk zijn de voeten van de bode 264 Ik wil jou van harte dienen 265 Kinderen Gods, de dag gaat lichten

266 Met kinderlijk verlangen 267 Neem mijn leven, laat het, Heer 268 O Vader, bron van eeuwig licht 269 Roep uit aan alle stranden 270 Uw Woord klonk, Heer 271 Wie de Heiland liefheeft 272 Wij gaan vertrouwend aan uw hand

Liederen bij liturgische momenten en bijzondere dagen

Zondag

273 Bewaar ons, Vader, bij uw woord 274 Christus is de ware hoeksteen 275 Dat uw ogen nacht en dag 276 De vreugde voert ons naar dit huis 277 Een rijke schat van wijsheid 278 Grote God, Gij hebt het zwijgen 279 Heer, spreek mij aan zodat ik hoor 280 Heer, het Woord, door U gegeven 281 Heer, wij zijn bijeengekomen 282 Het Woord van God brengt goede vruchten voort

283 Here Jezus, om uw stem te horen 284 Here Jezus, om uw Woord 285 Hier in uw heiligdom 286 Loof God, die zegent al wat leeft 287 Uw stem, Heer, hebben wij gehoord 288 Wees stil voor het aangezicht van God 289 Wij willen deze dag U wijden 290 Woord, voor ons geschreven 291 Zie ons, trouwe God en Vader 292 Zolang wij ademhalen

Gebod, gebed, geloof

293 Dit is mijn woord: Ik ben uw God 294 Eén is de Heer, de God der goden 295 Gedenk, o volk, met heilig beven 296 God gaf zijn volk de Tien Geboden 297 O allerhoogste Majesteit 298 Onze Vader in de hemel 299 Onze Vader, die in de hemelen zijt (Zuiderveld)

300 Onze Vader, die in de hemelen zijt (Sanderman) 301 O onze Vader, trouwe Heer 302 Ik geloof in God de Vader 303 Ik geloof in God de Vader (van Westering) 304 Ik geloof in God de Vader, groot in wijsheid 305 Ik geloof dat God mijn Vader 306 'k Geloof in God - Hij is de Vader

Heilige Doop

307 Heer Jezus, Gij die als een kind 308 Heer van uw kerk 309 Here Jezus, wij zijn nu 310 Het water van de grote vloed 311 Loof nu God, want Hij is goed 312 O God, die naar uw strenge wet

313 O grote God, als Vader ons gegeven 314 O Here God, - ons liefst verlangen 315 Trouwe Vader, neem nu aan 316 Uw trouw heeft ons, o God, altijd bewaard 317 Wij komen bij het water saam 318 Zie onze kinderen tot U gaan

Belijdenis

• 319 De tijding aller tijden
• 320 Gij hebt uw woord gegeven
• 321 Het is al jarenlang geleden
• 322 Wij willen, God, uw naam belijden
• 323 Wij willen U als Hoofd en Heer
• 324 Alles in allen zult Gij voor ons zijn

Heilig Avondmaal

325 Gegroet, hier in ons midden 326 Genadig Heer, die al mijn zwakheid weet 327 Halleluja! Zing voor Jezus 328 Heer, wij komen vol verlangen 329 Het Heilig Avondmaal 330 Hier zijn wij, Heer, bij brood en wijn 331 Het brood dat ons voor ogen staat

332 Kom, kom nu, want het is volbracht 333 Kom, zo roept ons Jezus' stem 334 O, Heer, hoe dank ik U 335 Uzelf wilt ons vergaderen 336 Verhoogde Heiland, trek ons hart 337 Versterk de hand tot dienst aan U 338 Zoals ik ben, kom ik nabij

Huwelijk

• 339 Als man en vrouw
• 340 De zegen van de Heer, uw God
• 341 God, die het eerste paar
• 342 God heeft Adam diep doen slapen
• 343 Gods zegen bidden wij je toe
• 344 Lof zij de Heer, Hij noemt bij name
• 345 Wat ons bond, God, is verbroken
• 346 Wij bidden om uw zegen, Heer

Biddag en dankdag

• 347 O God van hemel, zee en aard
• 348 Om bloesem aan de bomen
• 349 Wil onze dank aanvaarden

Oudjaar en nieuwjaar

• 350 Door goede machten trouw en stil omgeven
• 351 Halleluja, prijs de Onbegonnen'
• 352 Het oude jaar is nu voorbij
• 353 O God, die droeg ons voorgeslacht
• 354 Rust mijn ziel, uw God is Koning
• 355 Uren, dagen, maanden, jaren

Zegenbeden

• 356 Ga met God en Hij zal met je zijn
• 357 Ga nu heen in vrede
• 358 God zij met u elke dag en nacht
• 359 Vrede zij u

Liederen over geloven

• 360 Geloof is, dat men God vertrouwt
• 361 God heeft eens zijn woord gesproken
• 362 Ik weet waar mijn geloven
• 363 Niet zien en toch geloven
• 364 Nooit kan 't geloof te veel verwachten
• 365 Om mijn redding wil ik juichen

Liederen van belijden

Liederen bij de Heidelbergse Catechismus

366 Ik heb slechts één houvast in leven en in dood 367 De wet van God toont hoe het met mij staat 368 Zoals ik leef - van liefde niet vervuld 369 God doet geen onrecht in zijn wet te vragen 370 Groot is mijn schuld, rechtvaardig Gods besluit 371 Driemaal klinkt het heilig moeten 372 Adam sleepte allen mede 373 God is het hart van al wat wij belijden 374 Ik geloof dat God de Vader 375 God is vol macht en majesteit 376 Jezus, Naam zo hoog verheven 377 Gezalfde, Christus, hoge Naam 378 Jezus is de Eengeboren 379 De Zoon van God, op aard gekomen 380 Jezus heeft steeds de lijdensweg betreden 381 De Zoon van God moest sterven aan het kruis 382 De Zoon van God is opgestaan! 383 Voor 't oog van zijn discipelschaar

384 Lof zij Christus, die zijn werk 385 Heilige Geest, die kwam van boven 386 Uit heel de wereld, alle oorden 387 Loof God, die mij, al wat ik heb misdreven 388 Ik ben zo rijk, omdat ik mag geloven 389 Goede werken dragen nimmer 390 Loof de Heer voor zijn genade 391 Ik ben gedoopt 392 God sloot eens in het verleden 393 Christus heeft het Zelf bevolen 394 Jezus' offer is voldoende 395 Het Avondmaal staat steeds gereed 396 Christus sluit de hemel open 397 Ook al zijn wij door genade 398 Wordt een mens tot God bekeerd 399 God heeft zelf het juk verbroken 400 Gods wet gebiedt mij aan 't begin

401 'Beeld Mij niet uit', gebiedt de Heer 402 God, wiens Naam is heilig 403 God heeft het zelf bevolen 404 Eer uw ouders, overheden 405 God eist, dat door gebaar of woord 406 Getrouwd of niet 407 God heeft de mens verboden om te stelen 408 Wees oprecht in heel uw leven 409 Nimmer mag ik iets begeren 410 God vraagt een christen: spreek altijd 411 Almachtig God 412 Geef dat wij U recht kennen mogen 413 Wil ons door Woord en Geest regeren 414 O Vader, dat uw wil geschied' 415 Wij bidden, trouwe Vader, geef 416 U, o God, U kent ons leven 417 Bewaar, o Vader, ons altijd Liederen van lof, gebed en toewijding 418 Aan U behoort, o Heer der heren 419 Abba, Vader, U alleen 420 Ach, blijf met uw genade 421 Als een hert dat verlangt naar water 422 Christus, machtig zegevierend 423 Dank, dank nu allen God 424a Eigen roem is uitgesloten 424b Eigen roem is uitgesloten 425 Een koning hebben wij 426 Eeuwig Woord, U willen wij bezingen 427 Ere zij aan God, de Vader 428 Er is een Verlosser 429 Geef vrede, Heer, geef vrede 430 God heeft het eerste woord 431 God is tegenwoordig, God is in ons midden 432 Groot is uw trouw, o Heer 433 Grote God, wij loven U 434 Halleluja, eeuwig dank en ere 435 Halleluja, zing vol vreugde 436 Halleluja, lof zij de Heer 437 Heb dank, o God van alle leven 438 Heerlijk is Uw naam 439 Heer, U bent mijn leven 440 Heer, wees mijn gids op heel mijn levenspad 441 Heer, wijs mij uw weg 442 Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig 443 Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige naam 444 't Hoofd omhoog, het hart naar boven 445 Ik bouw op U 446 Ik heb U lief, o mijn beminde 447 Jezus, ga ons voor 448 Jezus leeft in eeuwigheid 449 Kom laat ons vrolijk zingen 450 Laat ons de Heer lofzingen 451 Leer ons uit geloof te leven 452 Lof zij de Heer, de almachtige koning der ere 453 Machtig God, sterke Rots 454 Mijn hart wacht stil op u, o Heer 455 O grote God die liefde zijt 456 O, Heer mijn God, wanneer ik in verwond'ring 457 O hoogt' en diepte, looft nu God 458 O Jezus, hoe vertrouwd en goed 459 Op bergen en in dalen 460 Op U alleen, mijn licht, mijn kracht 461 O Vader, uw barmhartigheden 462 U bent mijn schuilplaats Heer 463 U die mij geschapen hebt 464 U heb ik lief, mijn God en Vader 465 U is altijd mijn hart gewijd 466 Al laat de zon zich niet meer zien 467 Van U zijn alle dingen 468 Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht 469 Voor uw liefde, Heer Jezus 470 Waarom moest ik uw stem verstaan 471 Wat de toekomst brengen moge 472 Wat God doet, dat is welgedaan 473 Wat mijn God wil, geschiede altijd 474 Wie is als God, de hoogste Heer 475 Wie is een God, aan U gelijk 476 Wij loven U, o God, belijden U als Heer 477 Zegen ons, Algoede 478 Zing nu de Heer, stem allen in 479 Zing volop Gods lof 480 Zing voor de Heer een nieuw gezang 481 Zou ik niet van harte zingen Liederen van schuldbelijdenis en vergeving 482 Ach, wat moet ik toch beginnen 483 De zonden zijn vergeven 484 Gena van God, hoe loof ik u 485 God enkel licht 486 'k Heb geloofd en daarom zing ik 487 Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed 488 Heer, mijn hart is boos en schuldig 489 Ik heb de vaste grond gevonden 490 Jezus neemt de zondaars aan 491 Koester nimmer de gedachte 492 Lam van God, Lam van God 493 O Heer die onze Vader zijt 494 Rots waaruit het leven welt 495 Schuldig staan wij voor U, Heer 496 U hebt mijn tegenstand gebroken 497 Vader, vol van vrees en schaamte 498 Zie naar omhoog, zie op naar boven Liederen bij zorg en verdriet 499 Al verlaten mij mijn ouders 500 Bescherming is er bij de Heer 501 Beveel gerust uw wegen 502 Blijf mij nabij, wanneer het avond is 503 Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt 504 Droog met uw wind mijn tranen 505 Ga niet alleen door 't leven 506 In tijden van nood, van tranen en rouw 507 Kom maar, mijn kind, hier mag je schuilen 508 Mijn God, ik weet, dat ik zal sterven 509 Mijn ogen zijn gevestigd 510 O eeuwige Vader, sterk in macht 511 O, God die steeds uw hulp ons bood 512 Ons leven, Heer, is in uw hand 513 Soms groet een licht van vreugde 514 Nader, mijn God, bij U 515 Wie maar de goede God laat zorgen 516 Zalig, die in Christus sterven Liederen bij de morgen en de avond 517 O grote Christus, eeuwig licht 518 Blijf bij ons, Heer, wanneer de nacht zal komen 519 De dag, door uwe gunst ontvangen 520 Barmhartig Vader op uw troon 521 O Heer mijn God, ook deze nacht 522 Ontwaak, o mens, de dag breekt aan 523 Stilte over alle landen 524 Verzonken is het licht der zon 525 'k Wil U, o God, mijn dank betalen Liederen voor kinderen Bijbelliederen 526 God schiep het daglicht vol van pracht 527 In het begin lag de aarde verloren 528 Het water steeg wel hoog 529 Abraham is heel bedroefd 530 Een ladder naar de sterren 531 Jozef zoekt zijn grote broers 532 Klein, klein kindje 533 Met Mozes zijn wij meegegaan 534 Zie je daar die mensen lopen 535 Jericho is in uw hand 536 Gideon, een dapper man 537 Ruth blijft niet in Moab wonen 538 Samuel hoort 's nachts een stem 539 De grote mensen durven niet 540 Achab buigt voor Baäl neer 541 Het volk heeft God vergeten 542 Zie je die kapotte muur? 543 Job raakt alles, alles kwijt 544 De herder is er elke dag 545 De koning maakt een gouden beeld 546 Jona heeft God wel verstaan 547 Jezus, diep in de woestijn 548 Ik zie veel mensen staan 549 Tot zeven maal zeventig maal 550 Ruk nu takken van de bomen 551 Meisjes dwaas, meisjes wijs 552 Toen ik naar mijn naaste zocht 553 De golven, wild en groot 554 Kleine dochter van Jaïrus 555 Laat de kinderen tot Mij komen 556 Een blinde man zit aan de weg 557 Jezus komt in Martha's huis 558 Maak de maaltijd klaar 559 De herder heeft zich niet vergist 560 Een vader had twee zonen 561 Kijk, daar zijn tien zieke mannen 562 Er is geen plaats 563 In Kana is het feest vandaag 564 Alzo lief had God de wereld 565 Er was een man die niet genas 566 Als goede Herder kent de Heer 567 Vissers op het meer 568 Een zwarte man uit Afrika 569 Saulus wil de mensen op gaan sporen Kerst 570 De allergrootste Koning 571 De wijzen, de wijzen 572 Een Koning is geboren 573 Er is een Kindeke geboren op aard 574 Herder in het wijde veld 575 Hoor de klokken in de toren 576 Toen herders waakten, stil terneer 577 Zeg eens herder, waar kom jij vandaan Lijdenstijd 578 Er kraait geen haan, er kraait geen haan 579 Ik zing van de heuvel die Golgotha heet 580 Jezus heeft als joodse jongen Pasen 581 De Heer is waarlijk opgestaan 582 Kijk, Maria Magdalena 583 Maria, waarom huil je Hemelvaart 584 Jezus zei eens tot zijn vrienden 585 Na veertig blijde dagen Pinksteren 586 't Is feest vandaag, 't is pinksterfeest 587 Na de dag van Hemelvaart 588 Tekenen van vuur en wind Wederkomst 589 God heeft Jezus opgenomen 590 Zing mee van Jezus, onze Heer Dienen 591 Weet je wat de Heer nu van ons verwacht? Zondag 592 Here Jezus, in uw naam 593 Heer, zie ons aan 594 Ken je Gods gebod: woorden één tot tien? 595 's Zondags gaan we naar de kerk 596 Als je bidt zal Hij je geven Bidden en danken 597 Dank U, Here, voor de zegen 598 Dank, trouwe Heer 599 Dank U voor deze nieuwe morgen 600 God de Here is almachtig 601 God de Here is de Schepper 602 Ik buig nu heel eerbiedig 603 O hemelhoge Vader, geef 604 Vader, dank U wel Algemeen 605 Als je geen liefde hebt voor elkaar 606 Elke dag, aan ons gegeven 607 God, die alles maakte 608 'k Heb Jezus nodig 609 Hoger dan de blauwe luchten 610 Ik heb je bij je naam geroepen 611 Je hoeft niet bang te zijn 612 Jezus is de goede Herder 613 Kom tot Jezus 614 'Sta eens op', zegt Jezus 615 'k Stel mijn vertrouwen 616 Uw Woord is een lamp voor mijn voet 617 Zie de zon, zie de maan 618 Zoals klei in de hand van de pottenbakker